Loerend loopt een ooievaar door het grasland, op zoek naar een lekker hapje. Een prachtig gezicht, maar schijn bedriegt. Twee grutto’s laten hun alarmerende roep horen, bezorgd over het leven van hun jongen. Wat kunnen we van het gedrag van deze dieren leren?
En wat te denken van de ene tuinplant die de andere overwoekert? Of de nachtvorst die alle geplande tuinactiviteiten in de war stuurt?
In korte, columnachtige hoofdstukken beschrijft de auteur allerlei aspecten uit de vier jaarseizoenen. Daarbij trekt hij geestelijke lijnen vanuit de natuur die hij om zich heen ziet. De lessen die erin opgesloten liggen zijn treffend, leerzaam en pastoraal.
Deze website maakt gebruik van cookies die noodzakelijk zijn voor de juiste werking van de site. Voor het meten van bezoekgegevens wordt gebruik gemaakt van geanonimiseerde analytische cookies. Meer info