De Bijbel spreekt over zuigelingen, jongelingen en vaders in Christus. Wat zijn de kenmerken van deze mensen? En hoe kunnen ze in geestelijke zin groeien? Er zijn immers lammeren en schapen (Johannes 21:15-17), sterken en zwakken (Romeinen 15:1), gevorderden en zuigelingen (1 Korinthe 3:1, Eng. vert.) en volmaakten en zuigelingen (Hebreeën 5:13-14, Eng. vert.).
In deze verhandeling over de onderscheiden standen in het geestelijke leven geeft Venning elke groep troost en onderwijs. Hij spoort hen aan om voortgang te maken om te komen tot ‘de mate van de grootte der volheid van Christus’. Hierbij bespreekt hij de eerste drie standen uitvoeriger dan de laatste, die van de 'vaders'. Dit doet Venning omdat hij zich niet 'wil wagen voorbij zijn eigen grens of maat'.
Deze Nederlandse vertaling van 'Leren op de school van Christus' verscheen voor het eerst in 2012. Het betreft voor zover bekend het eerste werk van Venning dat in het Nederlands vertaald is.
Deze website maakt gebruik van cookies die noodzakelijk zijn voor de juiste werking van de site. Voor het meten van bezoekgegevens wordt gebruik gemaakt van geanonimiseerde analytische cookies. Meer info