John Flavel (1674) schreef twee jaar na de dood van zijn tweede vrouw dit boek. In dit boek mediteert hij over de woorden uit Lukas 7:13:’En de Heere haar ziende, werd innerlijk met ontferming over haar bewogen, en zeide tot haar: Ween niet.’
Vanuit deze Bijbelplaats helpt de auteur de lezer om na te denken over verdriet. Hij legt uit wat passend is voor een christen die rouwt en wat niet. Dit boek is vol van de Schrift, vol raad, waarschuwing en wijsheid; wijsheid verworven door meditatie en door de persoonlijke ervaring van verdriet en verlies.
Enkele onderwerpen die aan de orde komen zijn: Geoorloofd verdriet, wanneer wordt verdriet een zonde, een goede raad voor onbekeerde lezers, troost voor Gods kinderen, hoe kunnen we ons verdriet beheersen.
Enkele dingen die hij noemt zijn:
1. Probeer het juk dat God op uw schouders heeft gelegd niet overhaast af te schudden.
2. Met het kruis kwam het verdriet in uw leven, maar dat er troost overblijft.
3. Tot slot is de wens en gebed voor u dat u dagelijks mag sterven aan alle aardse vreugde en dat al deze sterfgevallen in uw familie u zullen voorbereiden op uw eigen dood.
Ds. A.T. Vergunst vermeldt in zijn voorwoord: “Rouwen is iets wat mag, maar rouwen kan ook heel makkelijk omslaan in ‘onmatig rouwen’. Dat gebeurt sneller dan we denken. Flavel schreef: ‘Rouw is als een leeuw die eerst met ons speelt en ons dan verwoest.’ Dit boek geeft een kundige pastorale en Bijbelse begeleiding om in het rouwen niet af te dwalen in de bijwegen van zondig rouwen.”
Dit boek, dat troost geeft in dagen van rouw, wordt van harte aanbevolen.
Deze website maakt gebruik van cookies die noodzakelijk zijn voor de juiste werking van de site. Voor het meten van bezoekgegevens wordt gebruik gemaakt van geanonimiseerde analytische cookies. Meer info