Door drs. I. A. Kole in Reformatorische Omroep op 06-02-2020
De schrijver, emeritus-predikant, heeft in het pastoraat veel verdriet meegemaakt bij het overlijden van een echtgenoot; plotseling , na een korte/lange periode van ziekte, door suïcide e.a..
Er zijn weduwen die hun verhaal vertellen, citaten uit het rouwboek van een weduwe. Een jonge weduwe vertelt. Dankdag 2015:’Het is mijn gebed of God opnieuw iets van Zijn goedheid wil tonen op de dankdag. Dan zij alle vragen weg, en rijst er een danklied in mijn hart’(42).
Een weduwe vertelt: ‘Het tweede jaar van mijn weduwschap is toch anders dan het eerste. Iedereen lijkt er inmiddels aan gewend dat ik alleen ben, behalve ikzelf’(51).
Ik heb niet een mens. ‘Je kunt mensen van je afstoten. Een muur om je verdriet optrekken. De toegang tot je hart barricaderen. Dat doe je bijvoorbeeld met opmerkingen als: ‘Je moet het eerst zelf maar eens hebben meegemaakt…. Daarmee verklaar je de ander tot buitenstaander’(56).
‘Verdriet heeft ook een functie en moet om die reden niet worden weggedrukt of ontkend. Mensen die zeggen dat je niet verdrietig moet zijn, maar vertrouwen moet, zijn slechte raadgevers en mistroostig-makende vertroosters’(76).
‘Zelfdoding is zonde, maar geen onvergefelijke zonde. Je kunt jezelf ook ‘doodwerken, doodroken, of je leven in een waagschaal stellen door deel te men aan risicosporten (91).
Verder zijn er citaten opgenomen b.v. uit een preek van Edwards, van Lewis,van ds.J.Overduin.
Geschreven uit een grote betrokkenheid op degenen die achterblijven na het overlijden van een echtgenoot. Geschikt voor persoonlijk gebruik, voor iedereen die achterblijft en voor degenen die pastoraal met de nazorg betrokken zijn.
Voorziet in een behoefte .
Deze website maakt gebruik van cookies die noodzakelijk zijn voor de juiste werking van de site. Voor het meten van bezoekgegevens wordt gebruik gemaakt van geanonimiseerde analytische cookies. Meer info