Bonar werd geboren in 1810 in Edinburgh. Hij is de broer van de predikanten Horatius en John Bonar. Andrew Bonar is wellicht het meest bekend als auteur van de levensbeschrijving van Robert Murray MacCheyne. MacCheyne en Bonar waren goede vrienden. Samen met nog twee andere predikanten hebben zij voor de Schotse kerk een zendingsreis naar Israël ondernomen. In tegenstelling tot MacCheyne heeft Andrew Bonar de leeftijd van de zeer sterken bereikt. Dit leven, waarvan meer dan 50 jaar in het ambt, wordt in Andrew Bonar als pastor beschreven. Het boek is samengesteld door zijn dochter, Marjory Bonar, waarbij ze zich onder andere baseert op de dagboekaantekeningen en brieven van haar vader.
Daarnaast maakt ze ook gebruik van haar eigen herinneringen en de herinneringen van anderen aan Andrew Bonar. Het nadeel hiervan is dat het niet altijd even helder is of Andrew Bonar zelf aan het woord is, of Marjory, de samensteller van het boek. Het verhaal is niet strikt chronologisch geschreven, maar ook niet enkel thematisch. De auteur bewandelt de middenweg tussen chronologisch en thematisch, waarbij de grote gebeurtenissen in zijn leven wel als een lijn naar voren komen in het boek. Daarom is deze opzet niet storend.
Bonars leven was een leven dichtbij de Heere Jezus. Dat leven gunde hij ook aan allen die hij tegenkwam. In het boek komt naar voren hoe hij elke gelegenheid aangrijpt om op Christus te wijzen. “De woorden die hij schijnbaar terloops sprak, zijn voor velen het zaad van het eeuwige leven geworden” (85). Vrijwel altijd verkondigde hij het Woord, zowel op als naast de kansel. Het boek staat vol van anekdotes waarin naar voren komt hoe zijn woorden in verschillende alledaagse situaties tot zegen zijn geweest. “Hij strooide onvermoeid het zaad, altijd op hoop van zegen, en trok dag na dag en week na week met het Woord des levens de straten en donkere stegen in” (52). Hij was uitermate bewogen met de mensen, van alle rangen, standen en leeftijden. Eerst als dorpsdominee, later in een kerk in een achterstandswijk van Glasgow. Daarnaast heeft hij ook een aantal boeken geschreven dat tegenwoordig nog gedrukt wordt, zoals zijn commentaar op Leviticus.
Wat voor het alledaagse leven gold, geldt ook voor zijn preken. Ook daarin dringt hij sterk aan op een nabij leven met God. Zij die Christus niet kennen worden opgeroepen met Hem te leven, en die Hem wel kennen moeten dichterbij Hem leven. “U hoeft nooit bang te zijn voor een teveel aan genade. Veel genade maakt een mens nooit trots. Als iemand slechts heel weinig genade heeft, ligt hij er bloot voor zich daarop te verheffen” (140). Ook doet hij vaak de oproep om ons te verheugen. “Dankzegging is het wezen van het hemelleven (…) Waarom zijn wij toch zo bang om blij te zijn, terwijl God niet bang is ons blijdschap te schenken?” (132). Hij kon ook erg scherp en bestraffend zijn en probeerde nooit mensen naar de mond te spreken. Zo zegt hij in een preek: “Er waren vanmorgen heel veel laatkomers - daarmee leken ze niet bepaald op Maria Magdalena, die vroeg naar het graf kwam” (95).
In het boek wordt het leven beschreven van een standvastige, maar liefdevolle Christusprediker. Bonars gevatheid zorgt voor talloze leuke en leerzame anekdotes. “Alles wat hij zei, was gekruid met een weldadig aandoende humor” (107). Tegelijkertijd wijst hij de mensen met ernst op de noodzaak van een persoonlijk geloof in de Heere Jezus Christus. “Een belijdenis die alleen als een mantel om u heen hangt, zal afschuwelijk fel branden op de dag dat Hij de stoppels in vlam zet” (68). Verschillende opwekkingen hebben in zijn gemeentes plaatsgevonden, gemeentes die hij dor en dood aantrof. De beschrijving hiervan wijst ons direct op Gods grote daden door alle eeuwen heen en Gods trouw aan Zijn kerk. Het is een boek om je te verblijden over het grote werk van God dat alle eeuwen door blijft gaan, tot aan de voleinding van de wereld.