Baars schetst in zijn inleiding de prominente rol van aartsbisschop Thomas Cranmer in zijn streven naar reformatie van de Engelse kerk. Het is jammer dat hij daarbij nauwelijks ingaat op de rol van Petrus Martyr Vermigli. Baars noemt Vermigli wel (34), waarbij hij overigens ten onrechte 1500 als geboortejaar vermeldt, een veel gemaakte fout. Philip Mc- Nair heeft in zijn boek Peter Martyr in Italy (53) overtuigend aangetoond dat Vermigli al een jaar eerder is geboren. Vermigli werd door Cranmer nauw betrokken bij de herziening van de liturgische geschriften, niet alleen van het Book of Common Prayer (1552), maar ook van de geloofsbelijdenis (de 42 artikelen uit 1553). Deze Engelse geloofsbelijdenis was de eerste belangrijke reformatorische confessie die een artikel over de predestinatie bevatte. Daarin werd de visie van Vermigli verwoord, die afweek van die van Calvijn. Vermigli was namelijk geen voorstander van de zogenaamde dubbele predestinatie.
Opmerkelijk is dat diverse personen die Baars in zijn inleiding bespreekt, ook door Perkins zelf worden genoemd, onder andere Thomas Bilney (27, 114), John Hooper (35, 46, 153) en John Foxe (46, 161). Dit bood de mogelijkheid om kruisverwijzingen in de tekst aan te brengen. Het is jammer dat deze mogelijkheid niet is benut.
Uit de titel zou kunnen worden afgeleid dat het boek met name is bedoeld voor zieken die op hun sterfbed liggen. Perkins had echter een breder lezerspubliek voor ogen. Dit blijkt ook uit een oude Nederlandse vertaling, waarin als aanvulling op de titel wordt vermeld: ’t Mag ook dienen tot een geestelyke onderwyzinge, 1. Voor zee-lieden, als zy ter zee gaan, 2. voor krijgs-knechten, als ze ten strijde gaan, 3. voor vrouwen, als zy in barens-noodt zijn (Alle de werken III, 1663, Boekbesprekingen 177 136). Perkins benadrukt dat niemand zeker is van zijn leven en dat iedereen op zijn of haar sterven voorbereid moet zijn.
De eerste Engelse uitgave verscheen in 1595, gevolgd door een herdruk in 1597. Een Nederlandse vertaling, door de predikant Vincentius Meusevoet, verscheen reeds in 1599, gevolgd door herdrukken in 1602, 1604 en 1608. Je kunt het dus een bestseller noemen. Het is onbekend wat voor Perkins de aanleiding is geweest om dit boek te schrijven. Het boek verscheen in het jaar waarin hij volgens Baars in het huwelijk trad. Maar dit lijkt geen aanknopingspunt te bieden.
Inhoudelijk merk ik nog het volgende op. Perkins stelt dat er twee dingen nodig zijn om zalig te sterven: voorbereiding op de dood en een juiste houding tegenover de dood (103). Wat het eerste betreft spreekt Perkins over een algemene voorbereiding en een bijzondere voorbereiding in een tijd van ziekte. Bij de bijzondere voorbereiding keert Perkins zich tegen de drie plichten van de Roomse kerk: biecht, ontvangen van communie en laatste oliesel. In plaats daarvan vermeld Perkins drie soorten plichten jegens God, onszelf en onze naaste (121). Bij de plichten jegens onszelf noemt Perkins niet alleen de plichten ten opzichte van onze ziel, maar ook ten opzichte van ons lichaam: het gebruik maken van medicijnen en van een bekwame arts.
Wat de juiste houding tegenover de dood betreft, wijst Perkins erop dat we in of door het geloof moeten sterven. Hij wijst op de uitspraak van Jobs vrouw: ‘Zegen God en sterf.’ Perkins vat deze uitspraak positief op, al is hij zich ervan bewust dat anderen die opvatten. Perkins stelt: ‘Het is namelijk niet waarschijnlijk dat een lid van zo’n voortreffelijk gezin, en nog veel minder de vrouw des huizes, die er de leiding heeft, zo’n onbetamelijke en verfoeilijke raad zou geven. […] Job noemt haar wel een dwaze vrouw. Hij doet dit echter niet omdat ze hem probeerde te overreden om God te lasteren, maar omdat ze het met zijn vrienden eens was. Ze meende dat hij te zeer op zijn eigen gerechtigheid vertrouwde’ (148).
Het boek is leerzaam en leest vlot. De vertaling is uitstekend. Positief is dat de vertaalster bij bepaalde medische passages duidelijke verklarende noten opneemt. Helaas zijn er wel enkele typefoutjes ingeslopen. Het sterfjaar van Perkins is niet 1606 (11), maar 1602 (zoals wel juist vermeld op pag. 62). De Bijbelvertaler is niet Cloverdale maar Coverdale (30). Ook in voetnoten kwam ik enkele foutjes tegen. Maar dit alles neemt niet weg dat het een prachtige uitgave is, mede door de verhelderende inleiding van prof. dr. A. Baars. Van harte aanbevolen!