Door Annette van der Plas in Reformatorisch Dagblad op 06-02-2020
Het verhaal in prentenboek ”Beatrijs” speelt zich af tijdens de Sint-Elizabethsvloed (1421).
Een baby dirjft in haar wiegje over het water.
Terwjl hele dorpen in de golven verdwijnen, verdrinkt de baby niet dankzij een poes die steeds op het wiegje heen en weer springt. Het wiegje spoelt aan op een djjk, het meisje krijgt de naam Beatrijs: ”zij die geluk brengt”.
Later verrijst op de dijk een huis met een gevelsteen die hieraan herinnert. Het verhaal is
waargebeurd en vertelt hoe Kinderdijk vermoedeiljk zjn naam kreeg.
De korte zinnen en directe schirjfstijl maken het –ondanks het heftige thema– geschikt voor
jongere kinderen. „„Een wiegje, een wiegje!” riepen de mensen. Maar zagen ze dat goed? Wat zat erbovenop? Het was een klein, zwart poesje!”” De illustraties ademen een
klassieke retrostijl.
Deze website maakt gebruik van cookies die noodzakelijk zijn voor de juiste werking van de site. Voor het meten van bezoekgegevens wordt gebruik gemaakt van geanonimiseerde analytische cookies. Meer info