Lokale geschiedenissen heb je in soorten en maten. Het varieert van een historische rubriek in het spreekwoordelijke
‘sufferdje’ tot doorwrochte studies van soms honderden pagina’s. Wat geldt voor de inhoud, geldt meestal ook voor
het lezerspubliek: strikt lokaal. Dat is jammer, want juist deze boeken bieden vaak bouwstenen voor grotere overzichtswerken.
Zo ook het boek Bevochten bestaan van historicus Klaas Tippe. Dit rijk gedocumenteerde werk schetst de opbouw van de kerk in de plaatsjes Staphorst en Rouveen in de periode 1560-1700.
Bevochten bestaan is een treffende titel. Oorlogen drukten een stempel op het dagelijkse bestaan. Spaanse en Staatse troepen teisterden het platteland, terwijl rondtrekkende bendes het leven van de boerenbevolking zuur maakten. Omstreeks 1580 werden Staphorst en Rouveen zelfs omschreven als “leedich en verlopen”. De zeventiende eeuw verliep niet veel beter. In 1665 kregen de dorpelingen te maken met de soldaten van de bisschop van Münster. In 1672 was het opnieuw raak en na het sluiten van de vrede in 1674 duurde het nog vele jaren voordat de schade was hersteld.
Geen wonder dat de vestiging van de gereformeerde kerk in de Kop van Overijssel, zoals op zoveel plaatsen, traag en warrig verliep. Volgens Tippe moeten we prediking en de zielzorg in de eerste jaren na de reformatie dan ook “niet al te gereformeerd inkleuren” (p. 54). Dat veranderde in de tweede helft van de zeventiende eeuw, toen zowel Staphorst als Rouveen een zeer rechtzinnige predikant kregen. Hun werkzaamheden worden, aan de hand van tal van bronnen, uitvoerig beschreven. Rond 1700, zo concludeert de auteur, was er in beide plaatsen “een gereformeerde wereld” ontstaan, “met bepaalde codes en een herkenbaar taalveld” (p. 142).
Hoewel Tippe geen vergelijkingen maakt met dorpen elders in de Republiek, blijken die zeer goed mogelijk. Niet alleen de opbouw van de gereformeerde kerk, maar ook tal van andere aspecten van het dorpsleven vallen in een breder kader te plaatsen. Een van de meest in het oog springende punten – we vinden dat ook heel sterk terug in Hollandse dorpen – is het lokale zelfbewustzijn. Hoe klein de dorpen ook waren, de dorpelingen verdedigden hun rechten met hand en tand tegenover naburige steden of ambtenaren van buitenaf. De lokale gemeenschap bleef, ondanks alle machten van buiten, de maat der dingen. Ook in Staphorst en Rouveen.
Deze website maakt gebruik van cookies die noodzakelijk zijn voor de juiste werking van de site. Voor het meten van bezoekgegevens wordt gebruik gemaakt van geanonimiseerde analytische cookies. Meer info