• levering binnen 1-2 werkdagen
  • veilig betalen

Blijmoedig belijden

‘Welk geschenk is groter dan dat van God Zelf? Wat kan Hij meer geven dan Zichzelf?’ Dr. H. Bavinck geeft oog voor Gods grote genade, die tot uiting komt in Zijn verbondstrouw en de gave van Zijn Zoon.

Onder de titel Blijmoedig belijden – overdenkingen voor en na de toelating tot het Heilig Avondmaal, schreef dr. H. Bavinck een handzaam boekje. In een gezamenlijk voorwoord duiden prof. dr. H. van den Belt en prof. dr. W. van Vlastuin het aan als een ‘gouden kleinood’. Bavinck publiceerde het boekje in 1901 voor hen die geloofsbelijdenis aflegden en de toegang verlangden tot het Heilig Avondmaal. Daar kan de nodige strijd mee samengaan, Bavinck had daar oog voor. Ds. T.A. Bakker hertaalde dit boekje dat destijds uitkwam onder de titel 'Offerande des lofs' en voorzag het van een nieuwe titel: Blijmoedig belijden.


Verbond
In het verbond eist de Heere ons met onze kinderen op voor Zijn dienst, zo stelt dr. H. Bavinck. ‘Zij worden erin geboren en zijn er van hun prilste begin in begrepen. Niet van nature, maar uit genade, omdat God beloofd heeft de God van de gelovigen én van hun nageslacht te zijn.’ Als het gaat om de plaats van de mens in het verbond, wijst Bavinck op de verhouding van verbond en  verkiezing. ‘De verkiezing houdt in dat God bepaald heeft wie zeker de eeuwige zaligheid zullen beërven. Maar het verbond beschrijft de weg waarlangs Hij de uitverkorenen tot deze eindbestemming leidt.’ De Heere werkt de bereidwilligheid uit in  het hart, om Hem alleen te dienen. ‘Omdat God zowel het willen als het werken naar Zijn welbehagen in hen werkt, spoort Hij hen  aan en stimuleert Hij hen om hun eigen zaligheid met vrees en beven uit te werken (Fil. 2:12-13). Door de genade van God zijn ze wat ze zijn (1 Kor. 15:10). Ze kunnen alle dingen door Christus, Die hun kracht geeft (Fil. 4:13). Omdat Christus in hen leeft, leven zij door het geloof in de Zoon van God (Gal. 2:20).’ Nadrukkelijk heeft Bavinck oog voor ouders, school en kerk die door de Heere als middelen worden ingezet. ‘Eén geloof en één Doop bindt gezin, kerk en school samen. Eén belijdenis is het waarop ze alle drie rusten.’ Bavinck wijst daarbij op het Woord als genademiddel. Het Woord en het geestelijk leven zijn afkomstig van dezelfde Geest. ‘Daarom is het een betrouwbaar kenmerk van het geestelijk leven als ons hart naar dat Woord verlangt.’

 

Belijdenis
Bavinck beschrijft de ontwikkelingen die leidden tot onze huidige gewoonten ten aanzien van openbare geloofsbelijdenis. Hij wijst  op de verbinding van doop, belijdenis en avondmaal. ‘En nu, nu hij tot de jaren des onderscheids is gekomen, spreekt hij ootmoedig en kinderlijk, maar ook gelovig en overtuigd, voor alle mensen uit dat God zijn God is. Hij legt zijn hand in de hand van de Heere.’ Deelname aan het Heilig Avondmaal volgt na oprechte zelfbeproeving. Bavinck wijst erop dat het hele leven om een voortdurende geloofsbelijdenis vraagt. ‘Want het geloof kan niet anders dan belijden.’ Belijden is volgens Bavinck een heerlijk voorrecht en een hoge eer. 

 

Katholiciteit
Wie belijdenis doet, stelt zich onder het opzicht van een kerk. Hoe verhoudt zich dit tot de andere kerken? Bavinck breekt een lans voor katholiciteit, maar bevestigt tegelijkertijd het goed recht van de eigen kerkelijke positie in het licht van belijdenis en wereldkerk.
Met dit boekje heeft ds. T.A. Bakker een schat opgedolven uit de traditie van de kerk. Wie dit leest en herleest, krijgt oog voor de gebinten in het huis van de geloofsleer. 

Blijmoedig belijden

Dr. H. Bavinck
vanaf 1099