Bij hertalen moet de bedoeling van de dichter recht gedaan worden. De vorm eist grote taalvaardigheid en de herdichter mag de boodschap niet verminken door te veel toe te geven aan de dwang van de zijde van de taal. Als het dan ook nog lukt de teerheid van de bevinding vast te houden, is er sprake van genadige ondersteuning. Bij het lezen van deze verzen proefde ik deze zaken, of mag ik zeggen: ze geurden als een geestelijke kruidenhof.
Ik wens dit bundeltje graag weer in veler handen. We vinden hier verzen van Hart, Watts, Newton, Doddridge, Kent, Cowper, Gadsby, Toplady en anderen. Bijzonder vindt ik het vers van Hart over de graden van het geloof, en een ander over Jakobus 1:12. Hieruit slechts één couplet: ‘Wat klaagt een zondig man? Wat mort toch schuldig gruis? Wat is ons lijden dan? Gering slechts bij Uw kruis! Volmaak mij door Uw scheppingswoord, Koos U de weg, leid dan mij voort’.
Enkele minder belangrijke opmerkingen: Ik mis een paginering. De prachtige illustraties met schilderijen van Piet den Hertog, met name ook van wondermooie stillevens, zijn bedoeld als verrijking. Het verband is echter niet altijd duidelijk en dan dreigt het me toch af te trekken.