Dat blijkt opnieuw uit deel IV in de serie ”Theologische werken van Samuel Rutherford”. Dit deel bevat een nieuwe vertaling van vijftien preken over teksten uit het Oude Testament. De eerste vijf preken gaan over het Hooglied (een geliefd Bijbelboek voor Rutherford), de tien andere over teksten uit Jesaja, Jeremia, Hosea, Zacharia en Daniël.
Preek 1 gaat over Hooglied 2:8-13: ‘Dat is de stem mijns Liefsten, zie Hem, Hij komt, springende op de bergen, huppelende op de heuvelen’ (enzovoort). De Kerk noemt Christus dus haar ‘Liefste’, zegt Rutherford. Ze merkt Hem op terwijl Hij komt, ze kent Hem als Persoon, maar ook aan de manier van Zijn komen (‘springende en huppelende’), en ze weet vanuit de praktijk van het leven ook van allerhande hindernissen op de weg (de bergen en de heuvelen). Rutherford maakt zich sterk om het hart van Gods kind gaande te maken, terwijl hij zo goed weet dat hij dat ‘als een dwaas’ niet eens kan en dat hij niet in staat is om verbroken harten te verbinden. Wat maakt zo’n hart dan wel gaande? ‘Wat anders dan nieuws uit de hemel over Christus? Wanneer de discipelen over Christus’ opstanding horen vertellen, rennen ze van blijdschap naar het graf. Het hart rent voor de mond uit. Hieraan kunt u toetsen of u van Christus bent of niet’. Zo dingt hij, namens de Bruidegom Die Zijn liefde bekendmaakt, in deze vijftien preken naar de hand van de bruid.
Ds. J.A. Kloosterman, predikant van de Hersteld Hervormde Gemeente te Lunteren, leidt ook dit deel in met een Woord vooraf en een waardevolle inleiding over Rutherford en zijn prediking.