Ik had niet kunnen vermoeden dat mijn toen uitgesproken wens dat hij op een zelfde wijze een uitgave van De Christinnereis zou verzorgen zo spoedig zou worden vervuld. Uitgeverij De Banier verzorgde een jaar na de uitgave van De Christenreis een volgens dezelfde opzet door Baars geredigeerde uitgave van De Christinnereis. Allereerst heeft Baars – daarin bijgestaan door zijn dochter Thera – een geheel nieuwe vertaling geleverd. Een vertaling waarin de krachtige en eenvoudige taal van het origineel duidelijk doorklinkt. Ook de gedichten en de liederen die in de oorspronkelijke uitgave voorkomen zijn vertaald, evenals de lange inleiding waarin Bunyan in dichtvorm de bedoeling van dit werk uiteenzet.
In de vertaling zijn ook de kanttekeningen van Bunyan opgenomen. Terecht wijst Baars erop dat de kanttekeningen van De Christinnereis belangrijker zijn dan die van De Christenreis, omdat zij meer uitleg en toepassing geven. De kanttekeningen verwijzen meer dan eens ook naar De Christenreis. Daarnaast heeft Baars zelf voetnoten toegevoegd. Zij vermelden ook toespelingen op de Bijbel die Bunyan zelf niet noemt. Baars heeft de naam van de hoofdpersoon niet met Christinne maar met Christiana vertaald. Hij geeft daarvoor een aantal valide argumenten. Hij wijst erop dat Christiana de vrouwelijke vorm is van Christianus, de erenaam die christenen in de Vroege Kerk zichzelf gaven, vooral in de tijd van de martelaren. De naam Christiana doet meer recht aan de fiere gestalte van deze vrouw die Christus belijdt, wat daar ook op afkomt. Baars wijst er dan nog op dat hoogstwaarschijnlijk Bunyans tweede vrouw Elizabeth model staat voor Christiana.
Naast de goed leesbare vertaling die, zoals ik al aangaf, ook de kanttekeningen van Bunyan zelf omvat en de voetnoten van Baars, maakt ook de uitvoerige inleiding die Baars schreef deze uitgave zeer waardevol. Uitvoerig geeft hij aan wat Bunyan met het vervolg op zijn klassieke werk heeft beoogd. Dingen die in het eerste deel verhuld blijven of die vragen opriepen, worden in het tweede deel verhelderd. Uitdrukkelijk geeft Bunyan in een kanttekening aan dat met de Enge Poort Christus wordt bedoeld. Duidelijker nog dan in het eerste deel blijkt dat ook met de poortwachter de Zaligmaker is bedoeld. Het volle licht over de vergeving van zonden ontvangen Christiana en haar jongere vriendin Barmhartigheid bij het Kruis. De beschrijving daarvan is veel soberder dan in De Christenreis. Zo geeft Bunyan aan dat niet alleen in het komen tot Christus maar ook in het komen tot geloofszekerheid variëteit is.
Baars verwijst voor het onderscheid tussen het komen tot Christus en het verkrijgen van geloofszekerheid in een voetnoot naar professor Wisse. Die stelde dat een christen aanvankelijk vooral uit het profetisch ambt van Christus wordt bediend en later meer zicht op Hem krijgt als Borg. Hier plaats ik een kleine kanttekening. Noch bij Bunyan zelf noch bij andere puriteinen kom ik tegen dat een christen aanvankelijk vooral uit het profetisch ambt van Christus wordt bediend. Meer dan eens betuigen zij dat een ware christen Christus in elk van Zijn drie ambten omhelst. Liever zou ik het dan ook zo verwoorden dat Christus ons als profeet onderwijst opdat wij Hem nodig krijgen als priester en mogen weten dat Hij ons als koning beschermt. Exegetisch doet het isoleren van het profetische ambt van Christus met een beroep op de gang van de discipelen geen recht aan het feit dat de discipelen de unieke overgang van de oude naar de nieuwe bedeling hebben meegemaakt. Iets waar John Owen uitdrukkelijk op wijst. Overigens ben ik ervan overtuigd dat Baars in de praktijk niet anders uitkomt dan ik.
Sterker dan in De Christenreis komt in De Christinnereis zowel de bewogenheid met andere mensen als de variëteit in het leven van het geloof naar voren. We proeven de waarde die Bunyan aan het christelijke gezin en de godzalige opvoeding toekent. Terwijl in De Christenreis de Stad IJdelheid uitsluitend een bedreiging is, is zij in De Christinnereis ook zendingsgebied. Een christen is niet alleen een vreemdeling in de stad IJdelheid, maar heeft er ook een taak en plaats. Veel meer dan in De Christenreis heeft de kerk en de gemeenschap der heiligen in De Christinnereis een plaats. Baars wijst erop dat het door elkaar lopen van het christelijke gezinsleven en het kerkelijke leven te verklaren valt uit het feit dat bij de puriteinen vooral op de eerste dag van de week het gezin als kleine kerk functioneerde. Daarnaast kwamen zeker na het herstel van de monarchie in 1660 gemeenten van christenen die zich niet conformeerden, samen in huizen, schuren enzovoorts.
Veel meer dan in De Christenreis wordt ook in De Christinnereis het belang van de ambtelijke bediening onderstreept. De gids Grootmoedig geleidt het gezelschap van vooral toch wankelmoedige christenen naar de hemelstad. Baars noemt dat niet uitdrukkelijk, maar Bunyan zelf heeft een predikant als Grootmoedig willen zijn. We mogen zeggen dat we in De Christenreis Bunyan vooral in het hart kijken als christen en in De Christinnereis als dienaar van het Woord. Baars belicht heel terecht hoe Bunyan vooral in De Christinnereis de worstelingen van kleingelovigen met veel inlevingsvermogen beschrijft. Dan moet wel heel in het bijzonder worden gedacht aan zijn tekening van de pelgrim Bezet-met-Vrees.
Baars besluit dat de beide delen van De Pelgrimsreis (dat is de letterlijke vertaling vanuit het Engels) dezelfde boodschap hebben. Men kan De Christinnereis niet lezen zonder De Christenreis. Dat is omgekeerd wel het geval. Echter, wie De Christenreis las, doet er goed aan ook De Christinnereis te lezen. Juist met deze prachtige door Baars verzorgde uitgave valt het mij niet moeilijk iedereen die deze recensie leest daartoe aan te sporen. Met de door hem verzorgde uitgave van de beide delen van De Pelgrimsreis heeft Baars Nederlandse christenen echt een dienst bewezen. Vooral tegen jonge mensen zeg ik: neem en lees. Voor wie de beide delen van De Pelgrimsreis reeds in een ander uitgave kent, zal het lezen van deze uitgave ook nog een stuk verrijking betekenen.