In de Engelstalige wereld is ”De Christenreis” van John Bunyan (1628-1688) lange tijd het meest gelezen boek naast de Bijbel geweest. Dit zegt iets over de betekenis van het wereldberoemde werk.
Het in 1678 als ”The Pilgrim’s Progress” verschenen boek is daarna in vele talen vertaald. Ook in ons land heeft ”De Christenreis” aanzienlijke invloed uitgeoefend bij een kring van lezers die zich herkent in de ervaringen van de hoofdpersoon Christen.
Het is een goede keuze geweest om een van de bekendste puriteinse geschriften een plaats te geven in de serie ”Puriteinse klassieken”. Opnieuw heeft prof. dr. A. Baars hierin een vaardige hand gehad.
Hij heeft voor een nieuwe vertaling gezorgd en dat was geen overbodige luxe, want de bestaande vertalingen zijn óf verouderd óf te vrij, en verzwakken zodoende de zeggingskracht van de ”De Christenreis”. Evenals bij zijn uitgave van Owens geschriften over de geestelijke strijd heeft Baars er ook nu voor gekozen om dicht bij het oorspronkelijke Engels te blijven en daarmee Bunyans verwoording zo veel mogelijk recht te doen. Tegelijk heeft hij geprobeerd om de vertaling beter te laten aansluiten bij het hedendaagse Nederlands, waarin hij volgens mij opnieuw is geslaagd. Daarom kunnen we deze verzorgde uitgave van Bunyans bekendste werk dankbaar lezen.
De uitgave van Baars wordt alleen maar waardevoller door de uitvoerige levensbeschrijving die aan ”De Christenreis” voorafgaat, evenals door de aantekeningen in de kantlijn en door de voetnoten. Op deze manier krijgen we beter zicht op de betekenis van de verschillende personages, uitspraken en gebeurtenissen. Met name twee dingen worden dan duidelijker.
Ten eerste dat ”De Christenreis” op allerlei manieren verweven is met de geestelijke weg van Bunyan, zowel met wat voorafging aan zijn geloofsovergave aan Christus als met wat hierop volgde. Ten tweede dat het boek niet alleen veel verwijzingen kent naar de Bijbel, maar ook naar de maatschappelijke en politieke situatie van zijn dagen, waarin gelovigen als Bunyan steeds meer in de marge terechtkwamen. We stuiten op het gevaar van Rome, de opkomende moderniteit, de spot van de wereld en de vervolging die Bunyan persoonlijk heeft meegemaakt.
De grote betekenis van de kanttekeningen en de voetnoten is dat we ”De Christenreis” nu veel beter kunnen begrijpen dan voorheen. De vraag is niet te ontwijken hoe het toch komt dat een handwerker als Bunyan –hij was van beroep ketellapper– een wereldberoemd werk heeft kunnen schrijven. Dit is absoluut te danken aan zijn verrassende verbeeldingskracht.
Bunyan werkt het klassiek christelijke thema van de christen als pelgrim (Hebreeën 11) uit in een doorlopend beeldverhaal (allegorie). Hierdoor weet hij de aandacht van de lezer vast te houden en deze mee te nemen op een reis met allerlei afwisselende gebeurtenissen. Het is ongetwijfeld aan dezelfde verbeeldingskracht te danken dat ”De Christenreis” een vaste plaats heeft gekregen op de lijst van prominente Engelse literaire werken.
Verder is de kracht van Bunyans hoofdwerk dat het herkenning oproept. Behalve de aandacht voor bevrijding, dank en blijdschap komen we ook ruimschoots strijd, aanvechting en zelfs vertwijfeling tegen. Het Moeras Moedeloosheid aan het begin van de route en de angstige uren bij Reus Wanhoop verderop zijn hiervan sprekende voorbeelden.
Ik heb een wens die hopelijk vervuld kan worden. ”The Pilgrim’s Progress” bestaat eigenlijk uit twee delen. Het eerste deel, ”De Christenreis”, heeft de meeste bekendheid gekregen. In 1684 kwam echter het tweede deel op de markt, dat in Nederland als ”De Christinnereis” is verschenen. Het zou mooi zijn als prof. Baars dit werk ook opnieuw zou kunnen vertalen en van aantekeningen voorzien. Waarom? Omdat Bunyan dit vervolg natuurlijk niet voor niets heeft geschreven. In ”De Christenreis” herkennen we namelijk veel van zijn eigen geloofsweg, die met allerlei hoogten en diepten gepaard ging. Als we uitsluitend dit werk lezen, kan de gedachte ontstaan dat de weg van elke gelovige op dezelfde manier moet verlopen.
Maar ”De Christinnereis” laat andere accenten zien. Hoewel de weg van Christin langs allerlei herkenbare routemarkeringen loopt, zijn er minder hoogten en diepten onderweg. Terwijl het schuldbesef rond haar geloofsovergave minder heftig is dan dat van haar man, worden ook latere ervaringen minder dramatisch beschreven. Aan het einde van de reis bijvoorbeeld gaat haar oversteek door de doodsrivier gemakkelijker dan bij haar man, die bijna in het water verdronk. Tegelijk zijn bepaalde noties in ”De Christinnereis” sterker aanwezig, zoals die van de onderlinge geloofsgemeenschap. Beide delen van ”The Pilgrim’s Progress” geven dus niet alleen zicht op aanzienlijke overeenkomsten maar ook op verschillen in geestelijke beleving.