Een van zijn werken gaat over ‘de eerste, middelste en laatste dingen’. ‘De eerste dingen’ spreken over het begin van het genadeleven. In acht stappen van de wedergeboorte laat Ambrosius zien hoe de Heere door de kennis van en de droefheid over de zonde plaatsmaakt voor Christus, doet rusten in Christus en de gehoorzaamheid aan Christus leert. ‘De middelste dingen’ gaan over de voorrechten en plichten van de ware christen en beschrijven de rechtvaardigmaking, de verzoening, de aanneming, de heiliging en de verheerlijking. In ‘de laatste dingen’ schrijft Ambrosius met name over de dood, het oordeel, en het hiernamaals.
Het 922 pagina’s tellende boek is niet direct geschikt om in een keer uit te lezen. Sommigen mogen dan kritiek hebben op de vele onderverdelingen en uitweidingen in dit boek; de wijze waarop Ambrosius het kostelijke van het snode scheidt, waarop hij de onbekeerden vermaant om te staan naar waar geestelijk leven, en waarop hij de bevindelijke gangen en het leven van Gods volk helder naar voren brengt, nodigen uit om dit boek ter hand te nemen, te lezen en het eigen leven ernaast te leggen en biddend te onderzoeken.
Isaac Ambrosius laat zien hoever de onwedergeborene nog met de wedergeborene mee kan gaan: ‘Beiden hebben een gezicht van zonde en een gevoel van toorn, maar hier scheiden zij. Want de onwedergeboren mens zinkt eronder weg of spant zich in om zijn onrust met wereldse vertroostingen of een of andere valse kalmte te stillen. Maar alleen de wedergeboren mens wordt eronder vernederd en zoekt de rechte manier om ze te genezen’.
Bij het lezen van dit boek is er genoeg om over na te denken en te veel om hier aan de orde te stellen. We zouden zeggen: Neem dit prachtige en lijvige boek ter hand en leest u het zelf. Van harte aanbevolen.