In 1650 verscheen een gebundelde uitgave. Deze uitgave is diverse keren herdrukt en vertaald, Ruth Pieterman zorgde onlangs voor een nieuwe vertaling in het Nederlands. Ds. O.M. van der Tang (GGiN) schreef een inleiding over het leven en het werk van Ambrosius. Achter in het boek bevindt zich een lange lijst van (meestal puriteinse) schrijvers die Ambrosius in dit boek aanhaalt. Als een bij wist hij overal honing uit te halen.
EERSTE DINGEN
Dit gedeelte gaat over het begin van het geestelijke leven zoals dat in de wedergeboorte geschonken wordt. Ambrosius bespreekt eerst Johannes 3:3: 'Tenzij iemand wederom geboren wordt: Hij beschrijft de wedergeboorte als een proces dat overeenkomt met het geboorteproces in acht stappen: van een gezicht van zonde tot en met de gehoorzaamheid aan Christus. Bij de vijfde stap, een helder gezicht van Christus, merkt hij op dat de geboorte dan meer dan waarschijnlijk is. Nadat hij de achtste stap besproken heeft, maakt hij behartigenswaardige opmerkingen: 'Laat echter geen waarlijk vernederde zondaar ontmoedigd zijn als hij de volgorde van deze stappen niet zo duidelijk in zichzelf waarneemt, en vooral niet in die mate die wij besproken hebben.’ En: 'Als met de ellende meteen ook de remedie ontdekt wordt, voorkomt dit noodzakelijk een groot deel van de benauwdheid.’ Na de verklaring van de genoemde tekst volgen er twee lange aanhangsels: hoe iemand deel aan de wedergeboorte kan verkrijgen (zelfonderzoek, schuldbelijdenis, hartelijk gebed en de toe-eigening van de beloften om van de geboorteweeën verlost te worden) en vervolgens de voorbereiding op de wedergeboorte, zowel van de kant van God als van die van de mens, de inplanting in Christus en het steeds meer met Christus samengroeien. Dit tweede aanhangsel heeft Ambrosius ontleend aan de werken van Thomas Hooker.
MIDDELSTE DINGEN
Het gaat in dit deel over de onderhouding van het geestelijke leven. Daarbij laat Ambrosius zich in zijn hart zien door uit zijn eigen dagboek te citeren. Onvoorstelbaar hoeveel tijd hij vrijmaakte voor de omgang met God. Eerst schrijft hij over de voorrechten van de gelovige: rechtvaardiging, verzoening, aanneming tot kind, heiliging en verheerlijking. Daarna over de plichten, waaronder waakzaamheid, zelfbeproeving zelfverloochening en meditatie. Ook nog over bevindingen, kenmerken van genade, en ten slotte over het leven des geloofs, vooral het leven op de beloften. Boven het laatste gedeelte van Media staat: 'het zien op Jezus’. Ambrosius noemt dat de plicht der plichten! Allereerst schrijft hij over plichten in het gezin en christelijke bijeenkomsten. En verder gaat dit over het horen van het Woord, het deelnemen aan het Avondmaal, het gebed, het lezen van het Woord met de verklaring van enkele psalmen en de Bijbelboeken. Ten slotte bespreekt hij het lijden, het vasten en de lofprijzing.
LAATSTE DINGEN
In dit gedeelte van het boek staan zes preken over het eeuwige einde van de mens: de pacht - niet het eigendom! - van het leven, het vonnis van de dood, de dag van het oordeel, de verschrikking van de hel, het echte vagevuur en de gelukzaligheid van de hemel. Als het echte vagevuur (= reinigingsvuur) noemt Ambrosius de zeven bloedstortingen: het gehele lijden van de Heere Jezus Christus als het enige reinigingsmiddel.
Wat een rijk boek! Ambrosius heeft hierin zo ongeveer alles van het geestelijke leven beschreven.