Ruben Bolier werd zo aangesproken door dit werkje dat hij een Nederlandse vertaling verzorgde en die vertaling ook van een aantal voetnoten voorzag. Dan gaat het veelal om informatie over predikanten naar wie wordt verwezen. Ook worden Bijbelteksten die in de oorspronkelijke tekst alleen maar worden genoemd, in een voetnoot voluit weergegeven. Dit verhoogt de waarde van de vertaling. Ds. J.A. Weststrate, predikant van de Gereformeerde Gemeente in Nederland te Elspeet, schreef een woord vooraf voor deze Nederlandse vertaling.
Behalve dat James Burn sr. de omkeer in het leven van zijn zoon James Burn jr. (1858/1859-1895) beschrijft, zijn er een aantal brieven van hem opgenomen die hij in de laatste weken van diens leven aan zijn zoon schreef. De reden was dat zijn zoon vaak te zwak was om bezoek te ontvangen. Deze brieven werden hem dan in gedeelten voorgelezen. Naast de omkeer van James Burn jr. vinden we aan het einde van deze uitgave twee brieven die James Burn sr. aan een vriend schreef en waarin hij deze vriend vertelt op welke wijze de Heere hemzelf te sterk werd en ook een paar mededelingen over het geestelijke leven van zijn dochter Kate Burn. Zij stierf drie jaar na haar broer James in de zekerheid dat zij de Heere Jezus Christus toebehoorde.
James Burn sr. voedde samen met zijn vrouw zijn kinderen op in de vreze des Heeren. Hun zoon James jr. had meer dan eens diepe indrukken van de eeuwigheid en van de noodzaak van bekering. Vanaf zijn veertiende levensjaar verdwenen deze indrukken. James jr. was muzikaal zeer begaafd. Nog voordat hij twintig was, was hij een gevierd pianist die overal uitvoeringen gaf. Hij trouwde met een vrouw die zijn belangstelling deelde. Ze had een prachtige stem en samen gaven zij concerten. Tweemaal was James jr. ernstig ziek. Door een wonder genas hij, maar geestelijk kwam er geen keer in zijn leven.
In maart 1895 werd hij opnieuw ziek en nu zou zijn ziekbed zijn sterfbed worden. De eerste tien weken was hij volstrekt niet bereid om over geestelijke zaken te spreken. Hij zei zijn vader dat hij niet kon geloven dat het mogelijk was dat op dit leven een eeuwige rampzaligheid zou kunnen volgen. Hij wilde niet geloven in een God Die mensen liet lijden in de rampzaligheid.
Tweeëntwintig jaar had James sr. samen met zijn vrouw geworsteld om het eigen behoud van hun zoon James jr. Toen zijn hoop en verwachting bijna waren vergaan en verhoring niet scheen te komen, bleek dat de Heere zijn gebeden wilde verhoren. Ruim vier weken vóór zijn overlijden kwam er een kentering. James jr. mocht geloven dat de Heere Jezus hem als Zacheüs had geroepen. De Heere gaf hem de zekerheid dat ook zijn vrouw en hun twee kinderen zouden worden toegebracht.
James sr. mocht de laatste weken van diens leven een geestelijke leidsman voor zijn zoon zijn. Duidelijk is dat James sr. zeer goed thuis was in de geschriften van de puriteinen en hun geestelijke nazaten. Vooral de namen van de Schotse theoloog Samuël Rutherford valt meer dan eens in de brieven die James sr. aan zijn zoon schreef. Rutherford wist zowel van het genieten van de gevoelvolle nabijheid van de Heere Jezus Christus als van de ervaring van het gemis ervan. Hoe groot de plaats van genieten van Gods nabijheid in Christus ook was voor Rutherford, uiteindelijk gaat Gods onwankelbare trouw toegezegd in Zijn beloften die in Christus ja en amen zijn, daar boven uit.
Zoals christenen uit de gereformeerde gezindte hier in Nederland hun geestelijke leven vaak mede vertolken met de berijmde Psalmen doen Engelse christenen – en zeker christenen uit de kring van Strict and Particalur Baptists – dat met de hymns van mannen als Watts, Newton en Hart. James sr. wees er zijn zoon op dat een christen de troost van een belofte kan verliezen maar niet de belofte zelf. Zelf had hij dat ook mogen en moeten leren bij ondervinding. De volgende woorden uit een hymn waren hem daarbij tot onderwijs geweest en dat onderwijs gaf hij zijn zoon door: ‘My hope is built on nothing less, Than Jesus’ blood and righteousness; I dare not trust the sweetest frame, But wholly lean on Jesus’ name.’ (Mijn hoop is nergens anders op gebouwd dan op het bloed en de gerechtigheid van Jezus. Ik durf niet te vertrouwen op de zoetste gesteldheid, maar steun alleen op de naam van Jezus).
Ruben Bolier geeft de hymns alleen in Nederlandse vertaling weer. Wat mij betreft had hij het Engelse origineel in voetnoten of tussen haken vermeld. Dat is de enige kanttekening die ik bij deze mooie uitgave maak. Dit boekje kan een aansporing voor ouders zijn om te blijven bidden voor het behoud van hun kinderen, ook als zij radicaal met God en Zijn dienst hebben gebroken. Geen ding is bij God onmogelijk. Dit boekje is ook een aansporing om God te zoeken. Wat er ook uit blijkt is dat de waarachtigheid van het geestelijke leven niet blijkt in een bepaalde bekeringsweg maar in de bevindelijke kennis van de Heere Jezus Christus. Laat iedereen zichzelf onderzoeken of hij de Heere Jezus Christus zo kent.
Toen James jr. werd aangevochten of de Heere Jezus wel metterdaad hem wilde zoeken en zalig maken en of hij wel tot Gods uitverkorenen behoorde, wees zijn vader hem op een uitspraak van Toplady, de predikant die onder andere het lied ‘Vaste Rots van mijn behoud’ heeft gedicht. Toplady zei dat alleen de Vader, de Zoon en de Heilige Geest toegang hebben tot Gods verborgen raad. De duivel wordt daar niet toegelaten. James sr. spoorde zij zoon aan bij aanvechtingen of hij wel in Gods genade kon delen, te pleiten op Gods zekere en onwankelbare beloften en niet af te wijken van de eenvoud van Christus. Een advies dat ik alleen maar kan onderstrepen.
Wie dit mooie boekje koopt, steunt daarmee de stichting Bethlehem die missionair en diaconaal actief is in Zuid-Afrika. Een deel van de opbrengst gaat daar naar toe. Dat deel is nog groter als men het boekje via de website van deze stichting besteld www.stichtingbethlehem.nl.