In ”De verhoogde Christus” kijken we Rutherford in het hart. Aan de hand van Johannes 12:27 tot en met 33 geeft hij een diepgaande beschouwing van het lijden van Christus. Hij beschouwt en beschrijft dat niet slechts, het gaat hem vooral om de praktische kennis van Christus en het geestelijke onderwijs dat hier voor Gods kinderen te vinden is.
Bladzijde na bladzijde put Rutherford zich uit om de liefelijkheid en de schoonheid van de lijdende Borg uit te stallen. Opnieuw treft de rijke taal waarover hij beschikt. In aangrijpende beelden en pastorale woorden vol doorleefde vroomheid neemt hij zijn lezers mee in dit verheven onderwerp, geeft hij raad aan radelozen en wijst hij dolenden de weg. Vaak schiet zelfs zíjn woordenschat te kort, vindt hijzelf, en komt ook hij bij het aanduiden van de kennis van Christus niet verder dan ‘het hanteren van de blindenstok’ en blijft het bij wat spelen ‘aan de randen en marges van de kennis van Christus’. Hij zegt nog maar bezig te zijn met het leren spellen van de grondbeginselen van ‘de catechismus van Christus’. Dit is geen boek om in een week uit te lezen, niet omdat het moeilijk zou zijn (het ís niet moeilijk), maar omdat iedere bladzijde vraagt om overpeinzing en meditatie.
Zo’n boek als dit van Rutherford zou sommigen in deze ondergaande wereld kunnen aansporen om veel theologisch geredetwist te staken en elkaar te wijzen op waar het in deze laatste dagen echt over gaat. Rutherford: ‘O, de Evangeliegeest, de Evangeliestijl van de prediking, de verborgenheid van de vrije genade, dat één ons, één greintje van de geestelijke en praktische kennis van Christus meer te waarderen is dan talentponden, ja scheepsladingen of bergen van de kennis van de stomme schoolletter’.
Dit boek is veel meer dan deze vier tientjes waard.