De Tweede Wereldoorlog biedt nog steeds stof voor verhalen, zowel voor jonge als voor oudere lezers. Sommige verhalen zijn waargebeurd, andere berusten grotendeels op fantasie. De plaats van handeling kan heel verschillend zijn. Ook is er variatie als het over de aspecten van het oorlogsgebeuren gaat.
Begin 1926 vestigde zich het Duitse gezin Vermaeten in Tolkamer- Lobith.
Ze behoorden tot de zogenaamde Rijksduitsers: Duitsers die in het buitenland woonden, maar de Duitse nationaliteit behielden. Toen dan ook op 10 mei 1940 het Duitse leger Nederland binnenviel, begon er voor hen een onzekere tijd, omdat ze evenmin als de meeste Nederlanders iets moesten hebben van het nazisme. De kans was echter groot dat vader Vermaeten en zoon Heinz zouden worden opgeroepen voor dienst in het Duitse leger. Op zijn achttiende verjaardag in november 1942 kreeg Heinz inderdaad het Stellungsbefehl: op 3 december 1942 moest hij zich in Rheine melden. Zijn vader moest in 1943 onder de Duitse wapenen. Na een korte opleiding in Duitsland werd Heinz in het voorjaar 1943 naar het Russische oorlogsfront gestuurd. Daar raakte hij in augustus 1943 gewond; hij verbleef tot augustus 1944 in Jena om te herstellen. Daarna moest hij opnieuw naar het front, nu in Italië. In dat land liet hij zich opzettelijk krijgsgevangene maken door de geallieerden. Zodoende werd hij naar één van de krijgsgevangenkampen in Egypte
De vijand was mijn bondgenoot geeft een lezenswaardige kijk op het leven van een Duitse familie in Nederland en wat de gevolgen daarvan waren tijdens de oorlog. Over dat aspect is nog maar weinig gepubliceerd. Ook het van dichtbij meemaken van de gebeurtenissen geeft een meerwaarde aan het boek. Door de herinneringen in chronologische volgorde weer te geven heeft Ellen Vermaeten op een ordelijke manier de belevenissen van haar vader aan de vergetelheid ontrukt.
Het boek is de neerslag van het verhaal van één man, en dat zo’n zestig jaar nadat de dingen zijn gebeurd. Dat zou een enigszins vertekend beeld van de feiten kunnen geven. Zo zijn de tegenstellingen tussen de ‘goeden’ en de ‘slechten’ hier en daar nogal zwartwit. Ook krijgen het verblijf in het krijgsgevangenkamp in Egypte en de terugkeer naar Nederland naar verhouding wat te veel aandacht. Wat eveneens buiten beeld blijft, is de houding van de Vermaetens ten opzichte van de Joden.
gestuurd. Pas in maart 1948 was voor hem de oorlog definitief voorbij. Als feit, niet in zijn herinnering. Ondertussen speelde er na de bevrijding in Nederland een ander probleem: de Operatie Black Tulip, die tot doel had de in Nederland wonende Rijksduitsers het land uit te zetten. Dankzij de vele steunbetuigingen van vrienden van de Termaetens mochten zij in Nederland blijven. Na bijna zeventig jaar heeft dochter Ellen Heinz’ belevenissen op schrift gesteld. Tot dan toe had haar vader gezwegen over zijn ervaringen in Duitsland, Rusland, Italië en Egypte. Hij overleed in juli 2011 op 86-jarige leeftijd. Nadien heeft zijn dochter zijn levensverhaal in boekvorm uitgegeven: De vijand was mijn bondgenoot. Daarin wordt een beeld gegeven van iemand die Duitser was, maar zich voluit Nederlander voelde en in die hoedanigheid een regime moest helpen verdedigen dat bij hem alleen maar weerzin opwekte. Dat Heinz Vermaeten zich om die reden de haat van fanatieke nazigezinde medekrijgsgevangenen op de hals haalde, laat zich raden.
Deze website maakt gebruik van cookies die noodzakelijk zijn voor de juiste werking van de site. Voor het meten van bezoekgegevens wordt gebruik gemaakt van geanonimiseerde analytische cookies. Meer info