• levering binnen 1-2 werkdagen
  • veilig betalen

De waarde van het verbond

Met de hertaalde voorrede op Brahés verklaring over Psalm 89 heeft Cor Bregman opnieuw (een gedeelte van) een oude schrijver toegankelijk gemaakt voor de lezer van de eenentwintigste eeuw, die niet gewend is om oude schrijvers in oude druk te lezen. We merken op dat de hertaler een enorme drijfveer heeft om de ene na de andere hertaling van oude schrijvers te laten verschijnen op de boekenmarkt.

De reden dat deze voorrede is hertaald, ligt mede in het feit dat deze inleiding vaak werd en wordt genoemd ‘in artikelen en
schriftelijk gevoerde discussies over het verbond en de reikwijdte ervan, met in het verlengde daarvan de vraag of er sprake is van twee of drie verbonden’ (111). De voorrede laat zich nu vlot lezen in eigentijds, zij het wel theologisch Nederlands. In de vele voetnoten die het boekje rijk is, zien we welke keuzes en interpretatie van diverse woorden en uitdrukkingen Bregman heeft gemaakt. Misschien voert het te ver, maar een verantwoording waar de hertaler zijn synoniemen vandaan heeft gehaald, zou het boek verrijkt hebben. Ook een verwijzing naar het grootste historische woordenboek ter wereld, namelijk het Woordenboek der Nederlandsche Taal, had niet misstaan in de verantwoording (111-113). Zelf heb ik een aantal keren, waar ik twijfelde over de keus van de hertaler, dit woordenboek digitaal geraadpleegd. 

 

In dit boekje wordt de hertaalde voorrede van Brahé voorafgegaan door een lezenswaardige
inleiding van J.M.D. de Heer, docent Bijbelse talen en kerkrecht aan de Theologische School van de Gereformeerde Gemeenten in Rotterdam. Volgens het Reformatorisch Dagblad (6 maart 2024) is het boek van Brahé ook gepresenteerd op de Theologische School en daar uitgereikt aan de studenten. Wie de inleiding van De Heer leest, begrijpt wel waarom (11-32). In de Gereformeerde Gemeenten (in Nederland) hebben de predikanten G.H. Kersten (1882-1948), A. Vergunst (1926-1981), A. Moerkerken (1947-2024), maar ook C. Steenblok (1894-1966) en F. Mallan (1925-2010) zich voor hun theologie op Brahé beroepen. Daarbij wijst de inleider ook op het verschil tussen de Gereformeerde Gemeenten en de Gereformeerde Gemeenten in Nederland waar het gaat over aanbieding van Christus in de prediking. Een interessante zin in de inleiding vond ik: ‘De receptie van Brahé in verschillende kerkverbanden weerspiegelt iets van het eigen karakter van de genoemde kerkverbanden en de prediking die daarin voorgestaan wordt. Deze verschillen leiden ertoe dat de bronnen met een eigen bril worden gelezen en geciteerd. Het kan nuttig zijn om ook de bril van de ander op te zetten en ons af te vragen wat de ander ten diepste beweegt.’ Met name deze laatste zin is voor theologiehistorisch onderzoek van wezenlijk belang om verschillen te kunnen begrijpen en in context te plaatsen.

 

Het boek is keurig uitgevoerd met harde kaft. De omslag van het boek, gemaakt door Lisette Morée, laat een gebergte zien. Hoewel dit beeld verder nergens in het boek toegelicht wordt, zie ik daarin een beeld van de vastheid van Gods verbond. We wensen het boekje vele geïnteresseerde lezers toe! 

De waarde van het verbond

Jan Jacob Brahé
vanaf 1049