Door Hans Mijnders in Reformatorisch Dagblad op 27-04-2016
Zoals de titel al zegt, voert Jan van Reenen in zijn nieuwste jeugdboek drie Duitse vrienden op: Hermann, wiens vader anti-Hitler is, neef Otto, die al snel lid is van de Hitlerjugend, en hun Joodse vriend Jakob.
Pas wanneer zjn vader wordt opgepakt en mishandeld, mag Hermann ook lid worden van de
Hitlerjeugd. De invloed van deze jongerenpartij gaat zover dat hij stiekem een portret van
Hitler koopt en dit op zijn kamer hangt. Wanneer zjn vader woedend tegen hem uitvalt, zegt
hij: „Het vaderland gaat voor de ouders.”
Jan van Reenen laat door de vele oorlogsfeiten zien dat hij de geschiedenis goed kent. Zo vertelt hij dat veel Duitse predikanten, met de Bijbel in de hand, de Joden afvielen. Hierbij
beriepen ze zich ook op Luther: „Heeft Luther niet ingezien dat de Joden een minderwaardig
ras zjn?” Blijf dan maar eens staande, als je bijna alleen maar dit soort negatieve geluiden
over Joden hoort en Hitler het land juist economische voorspoed heeft gebracht. Hermann
vindt het dan ook enorm moeilijk om zijn houding ten opzichte van Jakob te bepalen. Tijdens een paritjbijeenkomst gaan zijn ogen open: „Die verering van de Führer. Het iljkt wel alsof hj God is.”
Van Reenen heeft gelukkig geen avontuurlijk heldenverhaal geschreven over de Tweede Wereldoorlog.
Verrassend is de inhoud niet, maar wel meeslepend. Van Reenen blijft dicht bij de feiten en maakt duidelijk wat massahysterie en indoctrinatie met mensen doen. Ook stelt hj de
lezer voor de vraag: wat zou ik doen, in de plaats van Hermann?
Deze website maakt gebruik van cookies die noodzakelijk zijn voor de juiste werking van de site. Voor het meten van bezoekgegevens wordt gebruik gemaakt van geanonimiseerde analytische cookies. Meer info