Door Hans Mijnders in Reformatorisch Dagblad op 10-09-2018
De vijftienjarige Sem
staat bekend als een
lastige jongen. Hij zit op
school „altijd te klieren”,
is brutaal tegen
leraren en koopt illegaal
vuurwerk. Daarom moet
hij in de vakantie naar
een reboundkamp, waar
mobieltjes verboden zijn
en waar elke overtreding
consequenties heeft
voor de hele groep.
Op
deze manier probeert de
leiding de deelnemers
verantwoordelijkheidsgevoel
bij te brengen en
hen te laten nadenken
over hun eigen gedrag.
Het onderwerp van
”Dwars!’, geschreven
door Geesje Vogelaar-van
Mourik, is boeiend en
herkenbaar. Veel jongeren
vinden het lastig
om zich te voegen naar
de regels, vaak met een
reden. Sem is een jongen
die zich stoer en onverschillig
gedraagt, maar
dit blijkt slechts een
houding. Hij is onzeker
en heeft behoefte aan
vriendschap. Tijdens het
opvoedkamp zijn de opdrachten
zwaar en deelt
de leiding ook straffen
uit. Tot echte botsingen
leidt dit niet. In de realiteit
–met de ongetwijfeld
rauwe groepsdynamiek–
zal het er vast minder
braaf aan toe gaan.
Vogelaar wil nadrukkelijk
een christelijke
boodschap meegeven.
Ze beschrijft dagopeningen
en het gebed voor
en na het eten, en vat
daarnaast haar bedoeling
op de laatste bladzijde
samen, door Sems moeder
te laten zeggen: „Als
je het moeilijk hebt, kom
je erachter dat je weinig
echte vrienden hebt. Al
die vrienden online zijn
je echte vrienden niet.
Het belangrijkste is dat
je er Eén hebt. Dat is een
Vriend bij Wie je altijd
terechtkunt.” Het was
krachtiger geweest als
deze boodschap meer
uit het verhaal zelf zou
blijken.
Deze website maakt gebruik van cookies die noodzakelijk zijn voor de juiste werking van de site. Voor het meten van bezoekgegevens wordt gebruik gemaakt van geanonimiseerde analytische cookies. Meer info