Een hutje als kerk
Naya krijgt de schrik van zijn leven. Zijn vader verhuurt hem aan de enge fakir Ram Gopal met zijn gevaarlijke slangen. Voor een grote kruik met schoon drinkwater. Zijn vader kan het water niet betalen, Ram Gopal wel, maar dan moet Naya een jaar lang met hem meereizen.
Dan verzint Naya een plan, hij zal zelf water gaan zoeken. Na een lange tocht hoort hij dat het water in het kanaal wordt tegengehouden door boze geesten. Toch loopt hij verder. Na een lange zoektocht komt hij bij een meertje. Daar is een school en een internaat van de christenen. De mensen daar hebben een dam aangelegd. Zij wisten niet dat de dorpjes verderop geen water meer hadden. Daarop besluiten ze de dam door te steken. De baas van de school brengt Naya terug naar zijn dorp. Hij betaalt ook de schuld aan Ram Gopal. Maar het mooiste is dat hij van de Heere Jezus mag vertellen. Zo ontstaat er in dat dorpje een gemeente van Jezus Christus. Dit is één van de twaalf verhalen uit dit boekje.
Twaalf zendingsverhalen voor kinderen. Verhalen uit verschillende landen, Congo, Ghana, Angola, Tanzania, Kenia, Suriname, Peru, Pakistan en India. De verhalen zijn boeiend geschreven. Bij een aantal verhalen is door middel van een kader extra uitleg gegeven. Zonder storend te zijn, geeft dit meer duidelijkheid aan het verhaal. Door deze verhalen wordt duidelijk wat het werk van zending uit mag werken. God is over heel de wereld Dezelfde.
Warm aanbevolen.
