Als Jan met Job gaat spelen, ziet hij een rond lapje op het hoofd van Job. Het is een keppel. Waarom draag je die, vraagt Jan. Omdat God boven ons woont, vertelt Job. Job is een Joodse jongen en stukje bij beetje komt Jan erachter wat dat inhoudt. Als Jobs vader een loofhut bouwt, eten ze daar samen en denken aan de woestijnreis van Israël.
Annelies Tanis schreef een helder boekje. Ze weet waarover ze het heeft: ze geeft rondleidingen in een synagoge en lezingen over Joodse gebruiken. Je proeft respect voor het jodendom. Volwassenen kunnen discussies aangaan over de verhouding tussen jodendom en christendom, in dit kinderboek lijkt het allemaal (te?) eenvoudig. Aan het slot van het verhaal willen Job en Jan op de sjofar leren blazen. Misschien komt de Messias wel (terug)…
Deze website maakt gebruik van cookies die noodzakelijk zijn voor de juiste werking van de site. Voor het meten van bezoekgegevens wordt gebruik gemaakt van geanonimiseerde analytische cookies. Meer info