Op blz. 34 lezen we hoe Koelman over de prediking van Hugo Binning omschrijft: “Hij drong het aannemen van de Zaligmaker dermate aan en bracht de evangelische roeping zo nabij aan het geweten en aan ieders deur, dat men of de
aanbieding moest omhelzen of de raad Gods tegen zichzelf verwerpen.” We lezen op blz. 40 het volgende over zijn prediking: “Hoewel het onderwerp in zijn prediking steeds betrof hoe een verloren zondaar die dreigt te vergaan, wordt opgezocht door de Zaligmaker, Die hem redt en tot God terugbrengt, in gemeenschap met de Vader en de Zoon, bracht hij dit toch altijd weer op zo’n rijke wijze, als een schriftgeleerde die oude en nieuwe dingen voortbrengt; hij was geen armoedige prediker die het met versleten uitdrukkingen moest stellen, maar had altijd weer een verse beleving. Zijn pen was als die van een vaardige schrijver.”