Maar tegelijk hoop ik dat zoveel mogelijk mensen het tóch lezen. Want het is een zegen als een jongere die met zulke heftige gedachten worstelt, gezien wordt in de gemeente. Als hij of zij mensen om zich heen heeft die signalen herkennen. En die weten hoe ze daarop moeten reageren.
In het boek van dr. J. Stolk (orthopedagoog) en ds. J. Belder (predikant) worden drie soorten signalen genoemd: depressieve gevoelens, praten over doodgaan en opvallende gedragingen. Stuk voor stuk worden deze signalen concreet gemaakt. Opvallende gedragingen zijn bijvoorbeeld afscheid nemen of persoonlijke dingen weggeven.
Vervolgens wordt besproken wat je kunt doen als je deze signalen ziet. Het belangrijkste advies is: durf te bespreken wat je ziet en hoort. Want dat praten over zelfdoding jongeren alleen maar op een idee zou brengen, dat is echt een misverstand. Juist door het
onderwerp open te bespreken, kun je suïcide misschien voorkomen.
Voorkómen blijkt helaas niet altijd mogelijk. Het boek gaat daarom ook in op wat er gebeurt als een jongere daadwerkelijk een einde aan zijn of haar leven heeft gemaakt. De omgeving blijft dan verbijsterd achter. Hoe kon dit gebeuren? Hadden we dingen anders moeten doen? En waar is ons kind nu? Kan deze zonde vergeven worden? Op die vragen gaan de auteurs uitvoerig en
pastoraal in. Dit boekje kan gemeenteleden helpen in de zorg voor elkaar. De zorg voor jongeren die worstelen met grote
vragen, vragen over leven en dood. En de zorg voor nabestaanden die iemand hebben verloren door zelfdoding. Juist nu zoveel jongeren het zwaar hebben door de coronamaatregelen, is het goed om hiervan kennis te nemen.