Een voetnoot, daar lees je vaak zomaar aan voorbij. In het boek
”Gevonden door de Opperherder” (met de levensgeschiedenissen
van drie Engelse voorgangers, Thomas Godwin, Alexander Taylor
en Francis Covell), staat echter een voetnoot die aandachtige
overdenking verdient. In het eerste levensverhaal, over Godwin,
schrijft Godwin zelf: ‘In Purton werd ik voor het eerst geboren’
(blz. 14). Waarbij de voetnoot vermeldt: ‘Daarmee geeft hij indirect
al aan dat er in zijn latere leven ook sprake was van een wedergeboorte’.
Het levensverhaal van Godwin (1803-1877), een van de vrienden
van Philpot, verscheen in 1983 reeds in het Nederlands onder de
titel: ”Een gezaligde zondaar door souvereine genade”. Nu is deze
geschiedenis in een nieuwe vertaling verschenen.
”Gevonden door de Opperherder” is gebaseerd op het Engelse
boek ”Six Remarkable Ministers” (1994), waarin ds. B.A. Ramsbottom,
strict baptist-predikant in Luton, zes levensbeschrijvingen
van baptistenvoorgangers uit de negentiende eeuw opnam. De
Banier koos de drie bekendste uit voor een Nederlandstalige
versie. Hopelijk komen de andere drie ook nog een keer, die van
Edward Samuel, George Mockford en Robert Moxon.
Ds. Ramsbottom schrijft als toelichting dat het gaat om ‘aangrijpende
verhalen over mannen die door God werden onderwezen
om het Evangelie te verkondigen’. Geen van hen was onder de
waarheid grootgebracht. Ze werden alle drie door de leiding van
de Heilige Geest overtuigd calvinist. ‘Tegen een van hen werd al
gezegd dat hij een calvinist was voor hij
wist wat het woord betekende’.
Deze drie levensverhalen geven diepe
herkenning in de weg die de Heere gaat
met Zijn kinderen, hoe Hij naar hen omziet
en genade in hun hart verheerlijkt. Waardoor
Philipot eens van Godwin zei: ‘Ik weet
bijna niemand, met wie ik in de geestelijke
dingen zo goed kan samen reizen’.
Bij boeken over Strict Baptists moet altijd
dezelfde kanttekening worden gemaakt:
De baptistische visie op de doop delen wij
niet. Ds. J. Roos, predikant van de Gereformeerde
Gemeenten in Nederland, wijst
daar ook op in een waardevol Voorwoord.
Hij schrijft onder meer: ‘We roepen onze
lezers op om de Institutie van Calvijn en
onze Heidelbergse Catechismus grondig
door te nemen met de verwijsplaatsen
naar Gods Woord. Met alle achting voor
het genadewerk in het hart van deze
leraars en de leer van vrije genade die zij
voorstonden, wijzen wij hun doopvisie af’.