Door I.A. Kole in Reformatorische Omroep op 06-02-2020
Gewetensvrijheid in het geding. ‘Centraal in die vragen staat steeds wat in dit boek wordt aangeduid als het relationele aspect van de gewetensvrijheid .(-) De consciëntie is verbonden met God, de naaste, de wereld en onszelf’(16).
’De staatkundig gereformeerde visie op gewetensvrijheid bestaat al. Zij is door Kersten uitgedragen en in de praktijk beproefd. Die visie gaat uit van een gebroken wereld waarin men alleen werkelijk houvast vindt in Gods Woord. Dit uitgangspunt wordt door geen enkele SGP’er verworpen. Laat geen enkele SGP’er erom of erdoor binnen zijn eigen partij in gewetensnood raken’(252).
Enkele vragen: 1. Moet de SGP meer doen om zich in een seculier-liberaal vertoog verstaanbaar te maken? 2. Verwijst de SGP in de politiek nog naar een kenbare Waarheid zoals die te vinden is in de Bijbel? (105).
3. Staat het een SGP’er vrij om zich theocraat te noemen? En kan hij zich tegelijk ook democraat noemen? (143).
4. Wanneer is een beroep op het geweten geëigend?(195).
5. Kan een gewetensbezwaard SGP-politius bij zijn partij terecht? ( 225)
Deze studie is goed leesbaar en leerzaam voor de beoogde groep.
Van harte aanbevolen.
Deze website maakt gebruik van cookies die noodzakelijk zijn voor de juiste werking van de site. Voor het meten van bezoekgegevens wordt gebruik gemaakt van geanonimiseerde analytische cookies. Meer info