• levering binnen 1-2 werkdagen
  • veilig betalen

Gods goede orde

Generaties refo’s groeiden op met een vage of geheel ontbrekende visie op seksualiteit. Dr. M. Klaassen besefte dat er werk aan de winkel was. Hij verrichtte grondig onderzoek naar dit thema, en naar aanverwante onderwerpen als lichaam, gender, anticonceptie, homoseksualiteit. Het resulteerde in een rijk boek: ”Gods goede orde”.

Ds. C. Sonnevelt schreef een voorwoord bij het boek. Als vanzelf dwaalden mijn gedachten terug naar ruim 25 jaar geleden, toen mijn verloofde en ik bij deze predikant op huwelijksgesprek waren. Hij kende ons als verwoede lezers en vroeg wat we als voorbereiding op het huwelijk hadden gelezen. Dat was een traktaatje van Maarten Luther, ”Vom ehelichen Leben”. De mooie dingen die erin stonden waren we bijna vergeten, geschokt als we waren door het advies dat de reformator gaf aan vrouwen die bij hun eigen man geen kinderen konden krijgen. Zij mochten in zo’n geval met een familielid voor nakomelingen
zorgen. Onze pastor was evenals wij verrast door dit advies. We concludeerden dat voor Luther het gebod ”Wees vruchtbaar en vermenigvuldigt u” zo zwaar woog dat, in het geval hier niet aan voldaan kon worden, onorthodoxe maatregelen waren toegestaan. De keuze voor het traktaat van Luther illustreert dat er in het Nederlandse taalgebied niet zo veel interessante lectuur voorhanden was, iets wat je als jong stel kon lezen over  huwelijk en seksualiteit. Op het laatste rustte sowieso een groot taboe. De laatste jaren wordt deze lacune gevuld door boeken (vaak vertaald uit het Engels) en artikelen waarvan ds. Sonnevelt terecht opmerkt dat het om publicaties op deelgebieden gaat en dat de ”big picture” gemist wordt. In dat grote plaatje voorziet dr. Klaassen met zijn studie ”Gods goede orde”. Hij schreef het boek in opdracht van Bijbels Beraad m/v, waar hij tot voor kort een aanstelling als lector had. De auteur, nu predikant in de hersteld hervormde gemeente van Barneveld, wil „een krachtig tegenwicht” bieden. Ontwikkelingen die ingaan tegen Gods bedoelingen: „Een politieke en culturele elite is drukdoende de laatste sporen van de scheppingscontouren uit te wissen.” Het einddoel? De vernietiging van de binaire mens (je bent óf man óf vrouw), het einde van het natuurlijke huwelijk (een huwelijk tussen één man en één vrouw) en het afschaffen van een samenleving georganiseerd rond het gezin. Als het over deze thema’s gaat, blijkt de kerk niet altijd een moreel baken te zijn geweest. Dr. Klaassen haalt de Amerikaanse theoloog Francis Schaeffer aan, die in 1984 al stelde dat de kerk op het gebied van huwelijk, seksualiteit en gender zich aanpast aan de cultuur. Terecht roept dit een gevoel van urgentie op: we moeten wat doen! En de vraag: Wat kunnen we doen om deze vloedgolf tegen te houden, zodat deze ons niet verzwelgt?

 

Positieve toon
Het mooie is dat dr. Klaassen een positieve toon aanslaat. We kunnen wat doen, we  hebben goud in handen: „Een adembenemende visie op de mens als beelddrager van God.” De huidige cultuur heeft geen óverwaardering voor lichaam en seksualiteit, al lijkt dat zo te zijn, maar een onderwaardering, aldus de auteur. God waardeert huwelijk en seksualiteit zo „onbevattelijk hoog” dat ze in de Bijbel voorgesteld worden als een beeld van Zijn liefde tot en de gemeenschap met Zijn volk. „De verbindende, vreugdevolle en vruchtbare vereniging die seksualiteit kan zijn, wijst van zich af naar de verbindende, vreugdevolle en vruchtbare vereniging tussen Christus en Zijn bruid.” Hadden we dit 25 jaar geleden gelezen, dan hadden we het gewaagd gevonden. We groeiden op met een geestelijke uitleg van het Hooglied, maar die verbinding met aardse seksualiteit bleef altijd heel bedekt en summier. Dr. Klaassen schrijft echter dat de Bijbel „geen enkele aanleiding” geeft tot de gedachte dat seks, het lichaam of genot slecht is. Hoe kan het dan dat deze begrippen in de geschiedenis van de kerk zo beladen zijn geworden, omfloerst met schaamte en zondebesef? Dr. Klaassen gaat daar zeker op in. Toch lijkt me de formulering „geen enkele aanleiding” (te) sterk uitgedrukt. Als hij elders schrijft dat er diepgaand geïnvesteerd moet worden in Bijbels onderwijs over deze zaken, kun je dat alleen maar beamen.

 

Zondeval
Om het ”grote plaatje” te maken, begint de Barneveldse predikant bij het begin: de schepping. Deze laat Gods bedoeling zien: „God heeft Zijn orde aan de wereld die Hij schiep opgelegd. Het is zaak dat de mens deze orde erkent, aanvaardt en volgt.” Naast een heldere omschrijving van wat scheppingsordeningen zijn, gaat hij in op kritiek die in later tijd werd geuit en op vragen als: „Zijn de scheppingsordeningen na de zondeval nog steeds geldig?” Hoofdstuk twee biedt „een kleine theologie van het lichaam”. Het mag dan ”klein” heten, feit is wel dat er een indrukwekkende hoeveelheid literatuur aan ten grondslag ligt. Dat geldt trouwens voor het hele boek, evenals het feit dat de auteur zijn bronnen opvallend goed verantwoordt. In dit tweede hoofdstuk stelt Klaassen dat het christelijk geloof „erfelijk belast” is met visies die opgeld deden in de bredere cultuur. Is het niet beter om te spreken van een wisselwerking? De bredere cultuur is namelijk ook eeuwenlang gestempeld door het christendom. Dr. Klaassen noemt het voorbeeld van Calvijn, die in navolging van Plato veelvuldig spreekt over het lichaam als een kerker. Daarmee blijft Calvijn wel verantwoordelijk voor de zienswijze die hij daarmee uitdroeg. Een zienswijze die de westerse cultuur ook diepgaand beïnvloedde. Dat kunnen we niet op Plato afschuiven. In een volgend hoofdstuk wordt uitgebreid ingegaan op allerlei aspecten van het man- of vrouw-zijn. Hoe spreekt de Bijbel daarover? Interessant is wat dr. Klaassen schrijft over de zinsnede „tot de man zal uw begeerte zijn”. Er volgt ook een overtuigende uitleg van Galaten 3:28 „In Christus is noch man, noch vrouw.” Ik miste soms een toespitsing naar onze tijd, bijvoorbeeld als het gaat over het feit dat een vrouw mag „bidden en profeteren” in de samenkomst. Wat moeten we daar vandaag mee?

 

Werkende moeder
De genuanceerde opstelling ten aanzien van de rolverdeling tussen man en vrouw en de werkende moeder verraste me in het licht
van de duidelijke stellingnames op andere thema’s. Niet iedereen zal tot dezelfde inzichten en keuzes komen, schrijft dr. Klaassen en een bladzijde verder: „Uiteraard zijn er veel grijze gebieden.” Of het door hem geciteerde model van de Amerikaanse theoloog John Piper in deze materie „behulpzaam” kan zijn, valt te bezien gezien de merkwaardige voorbeelden die het oplevert. Zoals deze: een bedrijfsleider (v) die een personeelslid (m) opdraagt bestellingen weg te brengen gaat  níét in tegen de scheppingsorde; een vrouw die haar man opdraagt de krant voor haar te halen wel. In diverse excursen of uitstapjes behandelt de auteur enkele deelthema’s: de (trans) genderrevolutie, onvruchtbaarheid en behandelingen daarvan, en homoseksualiteit. Met de nodige omzichtigheid gaat hij te werk, steeds uitzoomend naar het grote plaatje. Het kan helpend zijn om gender te zien als een roeping, schrijft de predikant, met een verwijzing naar een synoderapport van de Reformed Presbyterian Synod van Noord-Amerika. Een makkelijke roeping als je je echt man of echt vrouw voelt. Voor anderen een buitengewoon ingewikkelde, „een intense strijd met vaak zeer verwarrende gevoelens”. In de excurs over vruchtbaarheid wordtbenadrukt dat het belangrijkste doel van het menselijk leven de verheerlijking van God is. Waarna een mooi citaat volgt van prof. A.L.Th. de Bruijne dat God veel van onze verlangens, ook die naar kinderen, „niet in dit leven, maar pas in het komende koninkrijk volkomen zal stillen”. De excurs over homoseksualiteit besluit met de roeping tot heiligheid die voor álle christenen geldt (1 Petrus 1:15): getrouwd of single, homo of hetero. Hoe zwaar verzoekingen kunnen zijn „daar hoog bovenuit torent Gods belofte: (…) Hij zal niet toelaten dat u verzocht wordt boven wat u aankunt, maar Hij zal met de verzoeking ook de uitkomst geven.”

 

Vruchtbaarheid
In deze recensie kunnen maar enkele zaken aan bod komen. Nog enkele opmerkingen over de uitgebreide paragraaf ”Seksualiteit en voortplanting”, die wat mij betreft de nodige nuance mist. Dr. Klaassen stelt dat je binnen het huwelijk open dient te staan voor kinderen en dat je je als vrouw bij het huwelijk volkomen aan je man geeft, inclusief je vruchtbaarheid. „Gemeenschap met iemand willen hebben zonder diens vruchtbaarheid betekent een reductie van de persoon.” Helemaal mee eens, we moeten huwelijk, seksualiteit en voortplanting bij elkaar houden. Het wordt mij alleen niet duidelijk waarom je bij elke geslachtsgemeenschap je vruchtbaarheid zou moeten geven en waarom de focus dan eenzijdig daarop gelegd wordt en bijvoorbeeld niet op geestelijke eenwording. Waarom wordt er geen onderscheid gemaakt tussen een geoorloofd (binnen het huwelijk) en een ongeoorloofd gebruik (buiten het huwelijk) van anticonceptie? De verschillende methoden, hormonaal en niet-hormonaal, worden in de paragraaf door elkaar gehaald. Dr. Klaassen pleit voor periodieke onthouding en het is mooi als dat werkt, maar ik ken genoeg stellen voor wie dat niet werkt en dat allerminst omdat ze „een maximum aan lust” en „een minimum aan last” willen. Periodieke onthouding is geen anticonceptie, stelt hij. Het is echter wel degelijk een vorm van gezinsplanning. Niet alléén bij periodieke onthouding (zoals dr. Klaassen beweert), maar ook bij het gebruik van anticonceptie mogen we open blijven staan voor nieuw leven, in het geloof dat God regeert: zeker weten! In het laatste hoofdstuk over het gezin komt Luther uitgebreid ter sprake. Dr. Klaassen schrijft dat hij „geen handige huisman” was. In het eerdergenoemde traktaatje zegt de reformator juist wel heel mooie dingen over mannen „die hun kind wiegen, luiers wassen (!), en voor de moeder zorgen”. Mensen konden daarom lachen en zeggen dat hij ”ein Frauenmann” was. God prijst die man echter, zegt Luther. Niet omdat hij luiers wast, maar omdat hij het in het geloof doet.
Met ”Gods goede orde” zijn we een stevig handboek seksuele ethiek rijker. Goed leesbaar en rijk van inhoud. Jonge stellen, predikanten en docenten, vaders en moeders: zoek verdieping en ga hierover het gesprek met elkaar aan. Na het lezen van ditboek werd me eens te meer duidelijk hoe belangrijk dat is.

Gods goede orde

Dr. M. Klaassen
vanaf 1699