• levering binnen 1-2 werkdagen
  • veilig betalen

Handboek apostolische homiletiek

Toen ik mij twintig jaar geleden als student theologie voorbereidde op de weg naar de preekstoel, miste ik een handboek waarin grondige exegese (bijbeluitleg) en homiletiek (preekkunde) aan elkaar werden verbonden. Heb ik met het Handboek apostolische homiletiek eindelijk gevonden wat ik toen zocht?

Via de homiletische handboeken van dr. T. Hoekstra, W. Klippert, Th.G. Long en exegetische literatuur uit de Engelstalige wereld vond ik uiteindelijk een route voor de preekvoorbereiding. Maar een handboek waarin gelovige schriftmeditatie, exegese en homiletiek zorgvuldig bij elkaar worden gebracht, kon ik destijds niet vinden. Bij de ondertitel Uitleggende prediking van de tekst van het Handboek apostolische homiletiek dacht ik opnieuw aan mijn zoektocht als student. 

 

Onnutte dienstknecht
Voor mij liggen de twee kloeke banden van het Handboek apostolische homiletiek. De eerste band, geschreven door dr. R. van Kooten, is een bezinnend deel over de uitgangspunten van de homiletiek. De tweede band betreft een praktisch deel waaraan, naast dr. Van Kooten en dr. J. Hoek, meerdere auteurs hebben meegeschreven. Een derde deel door dr. A. Baars, over de ontwikkelingen van de predikkunde in de geschiedenis, is nog in voorbereiding.
Het handboek biedt een schat aan informatie en de ondertitel is raak gekozen. De hoofdlijn van het boek bevat een pleidooi voor uitleggende prediking, in de Engelstalige literatuur vaak aangeduid als expository preaching. Dr. Van Kooten laat niet na om te onderstrepen dat zorgvuldig luisteren naar de tekst noodzakelijk is voor de verkondiging. Een prediker is geroepen om de tekst uit te leggen. Deze tekst is ook krachtig in zichzelf en moet van het begin tot het eind de inhoud van de preek bepalen.
We hoeven in het eerste deel niet te raden naar de positie van de auteur. Een preek waarin de tekst van de Bijbel slechts een marginale rol speelt, is voor hem geen preek. Het volgende citaat maakt duidelijk hoe vurig hij dit de lezers aan het hart legt: ‘Een dienaar die zonder grondige exegese de preekstoel beklimt is een onnutte en trouweloze dienstknecht.’ 

 

Puntenverdeling
Het handboek is duidelijk ontstaan in de context van theologiestudenten die zich voorbereiden op de verkondiging van het Evangelie. Het laat zich lezen als een werkboek. De hoofdstukken eindigen met een samenvatting en opdrachten voor de studenten. Zeer concreet en duidelijk is het tienstappenplan om een preek te maken. Naast studenten kunnen ook meer ervaren predikers hun proces van voorbereiding spiegelen aan de beschreven stappen.
Het stappenplan past geheel in de hoofdlijn van het boek en het pleidooi voor expository preaching. Naast gedegen exegese (luisteren naar de tekst) is het zorgvuldig formuleren van het thema en doel van de prediking een belangrijk onderdeel van de preekvoorbereiding. Thema en doel moeten duidelijk opkomen uit het tekstgedeelte en zijn bepalend voor de inhoud van de preek. Een goed thema dat voortkomt uit de tekst, zorgt ervoor dat de preek in het rechte spoor blijft en een eenheid vormt. Een zorgvuldig gekozen thema geeft ook richting aan de toepassing van de preken.
Als het gaat om het aanbrengen van een puntenverdeling, is dr. Van Kooten minder absoluut dan dr. Hoekstra. Hij kent ook goede voorbeelden van uitleggende prediking zonder deze verdeling. Toch noemt hij de verdeling in punten een uitstekend middel om orde aan te brengen. 

 

Kruidenthee drinken
Het pleidooi voor een helder thema en richting in de preek kan elke prediker ter harte nemen. De gedachte dat het betekenispotentieel van een bijbeltekst in uitleg en toepassing niet altijd onder één vaststaand thema is te vangen, wordt radicaal als niet-gereformeerd afgewezen. Ik onderschrijf het uitgangspunt dat de hedendaagse hoorder niet heerst over de tekst van de Bijbel. Het spreken van God is niet afhankelijk van menselijke interpretatie. Maar naar mijn mening hadden de complexe (hermeneutische) vragen die het schema ‘uitleg en toepassing’ met zich meebrengt, dieper doordacht kunnen worden in een handboek dat leiding wil geven aan hedendaagse predikers. 

De stijl – en daarmee ook het niveau – van de verschillende onderdelen in het boek wisselt. Het wordt aan de lezer overgelaten om daar een weg in te vinden. Op sommige pagina’s treff en wij de pastorale adviezen van een ervaren mentor die zijn ervaring deelt met studenten en beginnende predikanten. Zo lees ik een advies om als predikant op zondag kruidenthee te drinken. Dergelijke opmerkingen staan niet in verhouding tot het niveau van de theologische bezinning elders in het boek. 

 

Stem van Velema

Om de hoofdlijn vast te houden, word ik als lezer soms wel behoorlijk op de proef gesteld. Het handboek had aan kracht gewonnen wanneer er een betere selectie had plaatsgevonden van de onderwerpen. Met name het eerste deel is erg wijdlopig. Het heeft iets van de overvloed van een encyclopedie. Het lijkt erop dat de auteur alles wat hij in de colleges aan studenten heeft meegegeven, een plaats wil geven. De uitgebreide aandacht voor allerlei aspecten van Hebreeuwse en Griekse grammatica is daar een voorbeeld van.

Ook leest het boek soms eerder als een handboek voor de predikant in het algemeen. Zo nu en dan vind ik als lezer de herhaling van zaken die eerder zijn gezegd, ronduit storend. Dat geldt ook voor de lange citaten uit boeken die voorhanden zijn en naar mijn inschatting bij veel van de potentiële lezers bekend zijn. De wat langere citaten hebben overigens wel hun waarde wanneer het teksten betreft die we niet kunnen raadplegen. In diverse citaten klinkt de stem van prof. dr. W.H. Velema (1929-2019). Zijn colleges, die nooit werden uitgeven, zijn voor een deel verwerkt in het handboek. 

 

Bijbelsoft ware
Met deze wat kritische opmerkingen over de wijdlopigheid van het handboek belicht ik één kant van de zaak. Er ligt ook een kracht in de veelheid aan thema’s die aan de orde worden gesteld. De hoofdstukken over de verschillende preekgenres (dr. J.
Hoek) bieden een uitstekende inleiding bij de voorbereiding van een preek of prekenserie. Deze hoofdstukken voeden de prediker theologisch.
Naast de verkondiging vanuit verschillende bijbelgedeelten gaat de auteur in op het kerkelijk jaar en de verkondiging. Ook de leerdienst (vanuit de Heidelbergse Catechismus) krijgt in het bijzonder aandacht. Retorica (dr. P.C. Hoek), bijbelsoftware (ds. S.T. Lagendijk) en logopedie (mw. T. Ouwendorp-de Visser) krijgen eveneens een plaats in het handboek. Het hoofdstuk over prediking en psychologie (dr. J. Schaap- Jonker) opent een wereld waar iedere prediker die zondags de gemeente voor zich ziet, zijn voordeel mee kan doen. 

 

Minimaal gesprek
Vrijwel aan het slot van de tweede band treff en we een bijdrage van dr. M.J. Kater over het veelvormige landschap van de (post)moderne homiletiek. Hij laat zien dat de nieuwere homiletische bezinning leerpunten bevat voor de gereformeerde homiletiek.
In de nieuwere homiletiek is er volop aandacht voor de hoorder, de dynamiek van het menselijke luisterproces
en de persoon van de prediker.

De aandacht voor de hoorder en de persoon van de predikant is zeker niet afwezig in het handboek, maar de leerpunten die de homiletische beweging New Homiletic aanreikt, worden in de eerdere hoofstukken, waarin de voorbereiding van de preek aan de orde komt, marginaal verwerkt. De auteurs geven aan dat het niet hun intentie is om dit gesprek aan te gaan. Voor wie bekend is met de ontwikkelingen in de hedendaagse homiletiek met de aandacht voor de hoorders, is het enigszins teleurstellend dat het gesprek met tijdgenoten minimaal wordt gevoerd. 

 

Bruikbaar
Inmiddels heb ik na twintig jaar wel een bruikbaar handboek gevonden waarin het volle pond wordt gegeven aan uitleggende prediking van de tekst. Een boek waarin exegese, leven voor Gods aangezicht en preekkunde op een natuurlijke wijze aan elkaar zijn verbonden. Ik ben dankbaar dat de auteurs hun rijke homiletische ervaring met ons delen en zie uit naar de derde band.

Handboek apostolische homiletiek, deel 2

R. van Kooten, J. Hoek
vanaf 9495