RD-journalist en theoloog Jaco van der Knijff heeft ons een prachtige
studie geleverd over de herkomst en ontvangst van de ”Enige
gezangen” in ons Psalmboekje. Zijn dissertatie kreeg de treffende
titel ”Heilige gezangen”. Het geeft precies het dubbelzinnige karakter
aan: het zijn gezangen en geen Psalmen; maar ze hebben
wel kerkelijke status gekregen en mogen in de eredienst gezongen
worden.
Hoewel het boek vooral de historische achtergrond en ontwikkeling
van de ‘heilige gezangen’ beschrijft, werpt de auteur de
terechte vraag op wat we van de geschiedenis leren als het gaat
om het gebruik van gezangen in de eredienst. Moet er ruimte
zijn voor vrije gezangen? Of is het veiliger om, náást de Psalmen,
alleen berijmingen van andere Bijbelgedeelten toe te laten? Denk
aan de lofzangen van Maria, Simeon en Zacharías. Hij kiest daarin
geen positie, maar laat wel zien dat de huidige dertien gezangen
iets willekeurigs hebben. De Bedezang voor de Predikatie, gedoogd
door de Dordtse Synode, is immers niet een berijming van
een Schriftgedeelte, maar een vrij lied.
Overigens is er voor het vrije lied ook op de preekstoel enige
ruimte. Menig predikant in ons kerkverband citeert vrije liederen,
ook al zingt hij ze nog niet voor. Bijvoorbeeld: ”Eens was ik een
vreemd’ling” van MacCheyne, ‘. Of: ”Jezus, niet mijn eigen kracht,
niet het werk, door mij volbracht; niet het offer, dat ik breng; niet
de tranen, die ik pleng, schoon ik ganse
nachten ween, kunnen redden, Gij alleen”
van Toplady. Gelukkige inconsequentie.
Tegelijk laat de kerkelijke praktijk zien dat
we ook hier niet zorgvuldig genoeg kunnen
zijn. Elk gemeentekoor in ons kerkverband
weet dat het met beleid de gezangen moet
uitkiezen. Toetsen aan de Bijbel is daarbij
het uitgangspunt. Voor de eredienst
blijven we putten uit onze 150 Psalmen,
waarin alle standen van het geloofsleven
rijk vertolkt worden.
Bij het boek zit als verrassing een juweeltje
van een cd waarop dr. Jan Luth,
musicoloog, het Hinsz-orgel van Harlingen
bespeelt. Alle dertien gezangen komen
langs, in bewerkingen van Sweelinck tot
hedendaagse componisten als Sanderman
en Van Gijn. Deze kleurrijke studie krijgt
daardoor ook nog eens klank!