’Het beste’ bevat de rouwpreek n.a.v. Fil. 1: 23, 24 (’Want ik word van deze twee gedrongen, enz.’) en de grafrede gehouden in verband met het overlijden van dhr. Sherland. Uit de inhoud van de preek blijkt dat deze man een goede ruil had mogen doen. Helder zet Sibbes uiteen waar het Gods volk om te doen is. ’Paulus heeft de persoon van Christus lief, omdat hij de zoete ervaring heeft dat Christus hem liefheeft. (…) Hij verlangt ernaar Christus te zien, Hem te omhelzen en zich in Hem te verblijden’ (p. 17). ’Elke dag bij het opstaan kunnen zij denken: Ik ben een dag dichter bij de hemel. Ik ben dichter bij de dood en daarom dichter
bij Christus’ (p. 23). Sibbes wijst ook op de grote tegenstelling bij een onbekeerd mens. ’Wat een tegenstelling tot een werelds mens, die leeft naar de neigingen van zijn eigen lage lusten! Hij is ellendig tijdens zijn leven, ellendiger in zijn sterven, maar het ellendigst na zijn dood’ (p. 23).
De aarde staat nog om der uitverkorenen wil. ’Als God geen kerk in de wereld had, een groep godvrezende mensen, dan zouden hemel en aarde ineenstorten. (…) Zij zijn de pilaren van de wankelende wereld, de palen van de omheining, de fundering van het gebouw’ (p. 33).
Samengevat, de inhoud van dit boekje is vertroostend voor Gods volk en mocht het jaloersmakend zijn voor degenen die geen uitzicht op ’het beste’ hebben.