In zijn boek ‘Het binnenste heiligdom’ bespreekt hij de hoofdstukken 13 t/m 17 uit het Johannesevangelie. Hij doet dat perikoop na perikoop, waarbij iedere tekst aan de orde komt. Ross verklaart de Schriftgedeelten steeds vanuit de grondtekst. Dat levert soms verrassende conclusies op.
Hij beschouwt Johannes 13:1b ‘… alzo Hij de Zijnen, die in de wereld waren, liefgehad had, zo heeft Hij hen liefgehad tot het einde’, als de inleiding op zijn boek. Ross zegt dat hij deze Goddelijke uitspraak vaak heeft beschouwd als één van de meest tedere en roerende uitspraken van het hele Woord van God. ‘Wat een ellende moet het zijn om zonder zo’n Zaligmaker te zijn!’ vervolgt hij. ‘We komen hier in het binnenste heiligdom.’
Deel 1 gaat over de voetwassing en de ontmaskering van Judas. In deel 2 licht Ross Jezus’ antwoorden op de vragen van Zijn discipelen en Zijn toespraken tot de discipelen toe. Hij merkt hierbij op dat Christus hier uitgebreider ingaat op de bediening en het werk van de Heilige Geest dan ooit tevoren in Zijn Evangeliebediening. Deel 3 ten slotte, gaat over het Hogepriesterlijk gebed.
Ross schrijft op een tere en vaak ontroerende manier. Zo merk je dat hij tijdens het schrijven inderdaad in het binnenste heiligdom verkeert. Het boek is heel toegankelijk geschreven.