Zijn grootste lust was de liefde voor applaus: de goedkeuring en roem van mensen. Toen hij 20 jaar was hoorde hij een begrafenispreek die hem onrustig maakte over zijn geestelijke staat. Hij ging op zoek naar tekenen van genade in zijn leven, of hij iets in zijn hart kon vinden, waaruit hij kon besluiten dat het goed met hem was. Maar hij kreeg pas echte vrede, toen hij alleen op Christus leerde vertrouwen. Niet lang daarna volgde hij Richard Sibbes op. Zijn persoonlijke ervaring stempelde ook zijn prediking: op Christus gericht. Sibbes zei eens tegen hem: ‘Jongeman, als je ooit goed wilt doen, moet het je het evangelie en de vrije genade van God in Christus Jezus prediken.’ En dat heeft Goodwin ook gedaan. Hij was een invloedrijk man. Hij had zitting in de synode van Westminster, waar de Westminster Catechismus werd voorbereid. Een catechismus die vandaag de dag nog wereldwijd gebruikt wordt. Tijdens een periode van vervolging in Engeland, werkte Goodwin in Nederland, in een vluchtelingengemeente in Arnhem. Goodwin heeft ook diverse boeken geschreven.
De bekende Jacobus Koelman was dermate onder indruk van zijn werk, dat hij diverse boeken vertaalde in het Nederlands en die uit liet geven. Een bekend werk van Goodwin is: ‘Het hart van Christus, vol genade en barmhartigheid voor de zwakke gelovigen’. Dit boekje is onlangs verschenen bij uitgeverij De Banier, in de serie ‘Puriteinse Parels’. Het is inderdaad een parel. Het doel van Goodwin met dit boek is, zoals hij zelf schrijft: ‘het hart van Christus open te leggen, zoals Hij nu in de hemel is, zittend aan Gods rechterhand en biddend voor ons.’ Hij wil gelovigen opwekken en aanmoedigen om met meer vrijmoedigheid toe te gaan tot de troon der genade. Daarbij wil hij het grote struikelblok wegnemen, namelijk niet te weten ‘hoe ze vrijmoedig met Hem over hun verlossing kunnen spreken, en kunnen hopen dat ze iets zullen ontvangen, zoals die arme zondaars die hier op aarde met Hem omgingen, dat konden.’
Aan de hand van Johannes 13:1 bewijst hij dat Christus in de hemel nu nog net zo genadig gezind is als toen Hij op aarde was. Hij geeft daar ook uitvoerige bewijzen voor. In het tweede deel bespreekt hij naar aanleiding van Hebr. 4:15 de genadige gezindheid en aard van Christus’ hart jegens zondaars, nu Hij in de hemel is. Het stukje onder Oude Schatten in deze Gomarus komt uit dit deel van het boek. In het derde deel, ook naar aanleiding van Hebr. 4:15, gaat hij daarop verder: Christus medelijden met onze zwakheden.
Het boek sluit af met enkele ‘nuttigheden’, een soort korte toepassingen. Goodwin put zich uit om duidelijk te maken, wat het betekent, dat Christus een barmhartig en getrouw Hogepriester is (Hebr. 2:17), nu Hij in de hemel is, Die ‘behoorlijk kan medelijden hebben met de onwetenden en dwalenden‘ (dat is: zondaren; zie ook kanttek. Hebr. 5:2). De achterflap van het boek geeft een mooie karakterschets van het boek: ‘Goodwin laat zien dat Christus in al Zijn glorieuze heiligheid in de hemel niet misnoegd is jegens Zijn volk. In het bijzonder wekken twee dingen Zijn medeleven op: ons leed en wat bijna ongelooflijk is, onze zonde.’
Het lezen van dit boekje (163 blz.) vraagt wel wat inspanning om de lijn van het betoog te kunnen volgen. Maar een heilbegerige lezer kan er veel onderwijs uit ontvangen. Van harte aanbevolen.