Oorspronkelijk droeg het de titel ”The Covenant of Life opened”. Het verscheen in 1655. Nu is het opnieuw vertaald door Ruth Pieterman. Ds. J.A. Kloosterman schreef een interessante inleiding over de visie van Rutherford op het genadeverbond. Er is bij Rutherford een onderscheiden spreken over de verbonden en de beloften. Wat betreft de verbonden ziet hij enige verschillen tussen het verbond der verlossing en het verbond der genade (hoofdstuk 36). Echter, Rutherford haast zich om te zeggen: ‘Hoewel de verbonden onderscheiden zijn, moeten ze niet van elkaar gescheiden worden’ (pag. 428). Ds G.H. Kersten heeft in zijn Gereformeerde Dogmatiek (deel I, pag.314) gewezen op de ‘rechtzinnige leraren, die enig onderscheid stelden tussen het Verbond der verlossing en het Genadeverbond, hoewel zij niet leerden dat wij hier te doen hebben met twee wezenlijk van elkaar verschillende verbonden’.
Ook vinden we bij Rutherford een onderscheiden spreken over de beloften van het genadeverbond. In de prediking komen deze
beloften tot allen die binnen de zichtbare kerk zijn. Zo kon hij schrijven: ‘Het Woord van het verbond wordt u gepredikt, Christus wordt u aangeboden in het gepredikte Evangelie, dan kan niet ontkend worden dat de belofte is voor alle verworpenen in de zichtbare kerk, of zij nu geloven of niet’ (pag.140). Anderzijds schrijft Rutherford ook: ‘… dat de beloften van het genadeverbond niet werkelijk gedaan zijn aan de verworpenen binnen de zichtbare kerk, omdat God voor hen noch de beloofde zegen bedoeld en
besloten heeft, noch de zaligmakende genade om de voorwaarde te vervullen oftewel te geloven’ (pag.145). Wat mij altijd aanspreekt bij Rutherford is dat hij enerzijds vasthoudt aan de leer van verkiezing en verwerping, maar anderzijds ook een ruime evangelienodiging heeft aan allen die onder het Woord leven!
Dit boek vergt enige inspanning, maar is het lezen meer dan waard.