De zeven zaligsprekingen zijn beloften voor Gods kinderen en spiegels die worden voorgehouden aan de lezers. Op blz. 32 staat:
“Een volgende toetssteen heeft te maken met het woord waarmee de zaligspreking opent: ‘Zalig.’ Wie zalig wil worden beseft ook nu reeds wat dit ten diepste inhoudt. Zalig is niet overal vanaf zijn. Het is ook niet eeuwig vakantie vieren in een ongerepte natuur.
Zalig zijn heeft te maken met leven met en voor God. ‘Dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, Die Gij gezonden hebt’, zegt Jezus in het hogepriesterlijk gebed (Joh. 17:3). God kennen en doen waarvoor je gemaakt bent. Hem liefhebben, eren en dienen - dat zal de zaligheid werkelijk tot zaligheid maken. Maar ieder moet zich ook die vraag maar persoonlijk stellen: Is dat waar ik door Gods Geest voor ben gewonnen? Is dat waar ik van harte zin in kreeg?” Elk hoofdstuk eindigt met een aantal vragen, waardoor het boek geschikt is om voor Bijbelstudie te gebruiken.