Hij vat dat samen als een zoektocht naar voedsel. Eerst zoekt Naomi met haar gezin bestaanszekerheid in een vreemd land, daarna zoekt ze dat in Bethlehem (of broodhuis). Daarmee zijn al belangrijke geestelijke lijnen van het Bijbelboek getrokken. Broeder Vreugdenhil slaagt erin die op een zowel Bijbelse als aansprekende wijze uit te werken. Waar mogelijk gaat hij in op de praktijk van het leven voor Gods aangezicht. Steeds is de voorliggende Bijbeltekst zijn vertrekpunt. Dat geeft het boek een meditatief karakter. Zijn aansluiting bij de Bijbeltekst levert soms verrassende inzichten op. Zo benadrukt hij dat in het eerste hoofdstuk het woord ‘wederkeer’ centraal staat. Het komt maar liefst elf keer voor. Het brengt hem ertoe om bekering als kernboodschap van dit hoofdstuk te nemen. Hij werkt dat bijvoorbeeld uit door te spreken van de genadeslag die Naomi in het verre Moab ontvangt. Leeg keert ze terug. In het tweede hoofdstuk benadrukt hij de vleugels van de HEERE waaronder Ruth de toevlucht mag nemen. Die vleugels wijzen op Gods bescherming en ontferming. Als vreemdelinge heeft ze daarbij niets om mee te brengen. We lezen hoe Boaz daarbij naar het hart van Ruth gesproken heeft. In het gedeelte daarna lezen we dat Ruth haar hoop leert stellen op Hem Die gesproken heeft. Steeds meer ontstaat er zicht op het lossingswerk dat nodig is om voor Ruth het pad te banen. Wanneer het zover is, verdwijnt Ruth meer op de achtergrond en treedt Naomi op de voorgrond met op haar schoot het kind waaruit eenmaal de Messias geboren zal worden.