Door Marleen Legemaat in Reformatorisch Dagblad op 09-11-2015
Marjse Dingemanse schreef een invoelend boek over een aangrijpend onderwerp, ”Ik ben
er ook nog!”. Door de ogen van de 7-jarige Lukas maken we de ernstige ziekte van zijn broer Ruben mee. De auteur is erin geslaagd een begrijpelijk en evenwichtig boek te schrijven over dit verdrietige onderwerp.
Van een stoere, actieve jongen verandert Ruben in een ziekenhuispatiënt met leukemie. Er
gebeuren allerlei dingen die Lukas nauwelijks begrijpt: Wat is een laboratorium? En een
scan? En waar zijn al die slangetjes voor die aan Ruben vast zitten? De ernstige bloedziekte van Ruben zet het gezinsleven op z’n kop. Mama blijft bj Ruben in het ziekenhuis, en papa –die een verstrooide indruk maakt– zorgt voor Lukas. Die voelt zich verdrietig en alleen:
houden papa en mama nog wel van hem? Tante Noortje –bij wie Lukas regelmatig logeert–
voelt Lukas goed aan. Ze neemt hem zelfs een dagje mee uit. Maar het allerfijnste is toch als
Ruben weer thuiskomt.
Het is een goed idee dat dit boek geschreven is vanuit het perspectief van een ander dan de
zieke. Het verhaal vraagt op die manier aandacht voor kinderen die aan de zijlijn staan bj de
ernstige ziekte van een familielid. Deze kinderen willen meestal geen aandacht vragen, maar
kunnen zich toch heel alleen voelen, ook omdat er zoveel op hen afkomt. Geloofsvragen zijn op een natuuriljke manier met het verhaal verweven.
Het boek heeft geen happy end: niet duidelijk is of Ruben beter wordt. Alle zorgen worden in
een eenvoudig gebed bij de Heere gebracht.
Deze website maakt gebruik van cookies die noodzakelijk zijn voor de juiste werking van de site. Voor het meten van bezoekgegevens wordt gebruik gemaakt van geanonimiseerde analytische cookies. Meer info