'In Koninklijke dienst, deel 1' onder redactie van L. Vogelaar, gaat over levensbeschrijvingen van predikanten, oefenaars en evangelisten uit de (Oud)Gereformeerde Gemeenten (in Nederland). Het is min of meer een vervolg op de destijds uit vijf delen bestaande serie 'Predikanten en oefenaars', een Bibliografisch Woordenboek van de kleine kerkgeschiedenis, dat uitkwam bij Den hertog te Houten. Nu werd de utigave van dit eerste deel uit een serie onder redactie van RD-journalist Vogelaar, uitgegeven door Uitgeverij 'De Banier' te Apeldoorn.
Medewerkers bij dit eerste deel zijn: ds. D.J. Budding, C.A. Don, A. Groenendijk, E. Hazeleger, auteur H. Hille, J.A. Jobse, R. van Kralingen, C. Kruk, auteur J.P. Neven, J. Tanger, auteur J.M. Vermeulen, drs. J.M. Verwijs en uiteraard de heer L. Vogelaar zelf, die het geheel op keurige wijze heeft gecoördineerd. Een plaatsnamenregister en een persoonsnamenregister completeren het boek. We kunnen er slechts een greep uit doen. Ds. J. Baaijens is de eerste persoon die beschreven wordt. Nadat een persoon beschreven is, volgt, indien dat van toepassing is, een lijst met geschriften van de persoon en een lijst met literatuur, die over de beschreven persoon is verschenen. Ook predikanten die vorig jaar overleden zijn, zoals ds. P.L. Bazen en student G.E. Bron, krijgen een plaats in dit deel. Frappant en opmerkelijk goed beschreven vond ik de bijdrage over ds. H. Hofman sr., die ik goed gekend heb. Het geestelijke leven dat deze man mocht beoefenen, wordt treffend weergegeven. Als hij Censura Morem hield met de kerkenraad van Waarde, deed hij dat meer dan eens tijdens een ingelaste aparte kerkenraadsvergadering. Hij was wars van allerlei pluimstrijkerijen, gebruikte vaak ook de verklaring van Patrick, Polish & Wells en was een autodidact. Veel heeft hij getoefd op de studeerkamer. Hij beminde de geschriften van Engelse en Schotse oudvaders en preekte ook in hun lijn. Wat kon hij de Christus der Schriften rijk in het middelpunt van zijn prediking plaatsen. Dat was doorleefd. Hij sprak uit het geloof. Ook de persoon van evangelist J. Kwantes wordt schitterend belicht. Niet minder valt de schijnwerper op het leven en de persoon van al de andere beschreven personen. Ds. J.C. van Ravenswaay, geboortig uit Heiligenhaus in het Roergebied, omdat zijn ouders destijds daarheen verhuisd waren vanwege een grote werkloosheid in ons eigen land, is kenmerkend beschreven. Maar ook ds. J. Veenendaal, een van het Driebergse driemanschap, wordt door zijn vriend en broeder ds. D.J. Budding weergegeven zoals hij was. Ds. Rogier Boogaard, geboortig uit het Walcherse Meliskerke, zie je zo nog voor je. Het boek boeit van het begin tot het eind. Ook minder bekende personen komen voor het voetlicht. Het is een uitstekende gedachte geweest van de heer L. Vogelaar om dit aspect van de kleine kerkgeschiedenis nieuw leven in te blazen. Hopelijk mogen er in de loop der komende jaren nog meer delen verschijnen in deze serie, die voor alle geïnteresseerden in de kerkgeschiedenis uit de kerken van de kleine luyden en van veel nakomelingen uit de afgescheidenen kerken, een must dit boek zich aan te schaffen. Waardevolle bijdragen zijn er in te lezen. Publicist en auteur H. Hille uit Opheusden schrijft over menige oefenaar, zoals o.a. J. van Holland, A. Oost, maar ook over de predikanten ds. M. van Leeuwen en ds. A. de Reuver. We stoppen, maar bevelen dit werk zeer hartelijk aan!