Opnieuw verscheen een deel in de serie ‘In Koninklijke dienst’ onder redactie van diaken L. Vogelaar uit Scherpenzeel. Naast Vogelaar werkten nog zestien auteurs mee aan het boek.
Het boek bevat een goede dertig schetsen van predikanten en oefenaars uit de zogeheten ‘kleine kerkgeschiedenis’, ofwel de kerkgeschiedenis na de Afscheiding. Ongeveer de helft van de schetsen gaat over personen die binnen het kerkelijke leven van ons kerkverband een zekere bekendheid hebben. De andere helft betreft predikanten en oefenaars van wie ik de naam soms ook nooit had gehoord en die zomaar in stilte hun weg gingen. Of juist niet. Juist in vrije gemeenten ontbrak het nogal eens aan orde en regelmaat, waardoor het wel eens mis liep. Wat dat betreft is de ‘kleine kerkgeschiedenis’ niet altijd even stichtelijk geweest.
In dit tweede deel van de serie staan diverse personen die in Zeeland zijn geboren of er ambtswerk hebben verricht. De predikanten A.F. Honkoop, C. de Jongste, F. Mallan en Chr. van der Poel hebben allen meer dan tien jaar een Zeeuwse gemeente gediend, laatstgenoemde ruim 35 jaar. Ds. A. Bac stond weer wat korter in een Zeeuwse gemeente. Zijn grootvader meldde zich in 1931 voor de toelating tot het predikambt. Tijdens een proefpreek voor de classis ging het echter mis. Toen voegde ds. G.H. Kersten hem toe: Ik geloof niet dat de Heere dit voor jou weggelegd heeft, maar wel voor je nageslacht. Een schoonzoon en twee kleinzoons van ouderling Bac werden predikant in de Gereformeerde Gemeenten. Verder staan er schetsen in van de in Zeeland geboren predikant P. Melis, oefenaar J. Weststrate en evangelist J. Witte.
Het meest aantrekkelijk vind ik de schetsen waarin we lezen wie de Heere is geweest. Dat valt bijvoorbeeld op in de biografische schets van ds. P. Melis. In een familie met Godsvreze groeide hij op, maar hij leefde over de indrukken heen. Tot God hem te sterk werd. Toen was het gebeurd met het zoeken van werelds geluk. De Heere zonderde hem af in Zijn dienst en schonk hem rijke genade. In 2017 stierf hij plotseling, in de week waarin ook ds. L. Terlouw door de Heere werd weggenomen. Ook over hem staat een schets in dit deel. Daarin lezen we hoe de Heere onze mede-student en later mede-docent aan de Theologische School wilde gebruiken in Zijn dienst.
Het is mijn uitzien dat er nog meer delen van deze serie verschijnen en vooral dat we daarin mogen lezen wie de Heere is voor Zijn volk. Dat mag best in mindering komen op de nogal uitgebreide literatuuropgave in het boek. Die heeft voor niet zoveel mensen waarde, denk ik. Het werk des Heeren des te meer.
Deze website maakt gebruik van cookies die noodzakelijk zijn voor de juiste werking van de site. Voor het meten van bezoekgegevens wordt gebruik gemaakt van geanonimiseerde analytische cookies. Meer info