Toch zoekt onze broeder de grond voor deze liefde niet in het medeleven, maar in het feit dat Israël het volk is van de Bijbel waaruit Christus is voortgekomen naar het vlees, én omdat er nog een tegoed voor hen is, onvervulde beloften die nog vervuld moeten worden. Vanuit de Schrift komt de auteur bij Gods onwankelbare trouw tot Israël (ondanks hun afmakingen), de komst van Christus tot de verloren schapen van het huis van Israël en de apostolische bewogenheid tot het Joodse volk.
In het tweede hoofdstuk wordt gezocht of en hoe er liefde is geweest voor Israël. Deze liefde is zowel in de Vroege Kerk alsook in de tijd van de Reformatie nogal eens node gemist. Met felheid is zelfs geageerd tegen dit volk. De context van de vervolging van christenen en het judaïsme in de kerk zouden hierin weleens een rol gespeeld kunnen hebben. Het boekje beschrijft echter ook een rode draad, vooral van Augustinus naar Calvijn, de puriteinen en een deel van de Nadere Reformatie, waarin liefde en verwachting voor dit volk te vinden is.
In het laatste hoofdstuk trekt onze broeder praktische lijnen. Steeds wordt gezocht naar het Bijbelse evenwicht tussen enerzijds liefde tot dit volk, dat het zo nodig heeft bekendgemaakt te worden met de Christus der Schriften, en anderzijds een overspannen liefde voor dit volk dat zomaar kan omslaan in haat (zoals bijvoorbeeld bij Luther is gebeurd). Een overzicht van het gedachtengoed in verschillende kerkverbanden met betrekking tot dit onderwerp ontbreekt niet.
Blijven er geen vragen over na het lezen van dit boekje? Onze broeder zal de eerste zijn die deze vraag bevestigend beantwoordt. In het handelen van de Heere met dit volk blijft een geheimenis. Zo blijkt de vraag naar de betekenis van het ‘alzo zal geheel Israël zalig worden’ nog steeds tot verschillende antwoorden te leiden. Bij de wederkomst van Christus zal blijken dat de verkorenen uit Juda, de tien stammen (verstrooid onder de heidenen) en de heidenen één Herder hebben en het één kudde zal zijn. Voor ons blijft persoonlijk de vraag of wij daarin zullen delen. En wat het boekje betreft: de wens van de auteur moge in vervulling gaan, namelijk dat dit boekje liefde mag verwekken tot de beminden om der vaderen wil.