De hoofdstukken vragen om aandachtig lezen, want je komt er telkens prachtige zinnen in tegen die doordenking vragen. Bijvoorbeeld in de lezing over bevindelijke prediking: 'De ankergrond van het geloof is niet gelegen in ons binnenste, maar in de beloften van Gods genade buiten ons.' Het volgende hoofdstuk gaat over geloofszekerheid: 'Het geloof is alleen dáárom zeker van het heil, omdat het zeker is van God, de geloofwaardige Zegsman bij uitnemendheid.' Twee hoofdstukken gaan over de kruistheorie en in het laatste gedeelte roept de schrijver ons op om te verlangen naar het Vaderhuis. On huis hier beneden biedt ons logies voor onderweg, maar als het goed is, zijn wel koersvast onderweg met heimwee naar het Vaderland.