Wat belijden we met de katholiciteit van de kerk? Is het wel katholiek om gereformeerd te zijn, is gereformeerd-katholiek een wettig alternatief voor rooms-katholiek? Wat is de relatie tussen katholiciteit en eenheid? Is katholiek een ander woord voor mild, ruimhartig en vaag? Deze en andere vragen worden gesteld in het boek Katholiek Vandaag van dr. Van Vlastuin. In het boek worden antwoorden gezocht op vragen met betrekking tot katholiciteit. Met als centrale vraag: Hoe kan het katholiciteitsbegrip van de Vroege Kerk dienstbaar zijn aan katholiciteit in de gereformeerde traditie?
Dit doet Van Vlastuin door eerst de Vroege Kerk aan het woord te laten over katholiciteit, waarbij Ignatius, Cyprianus, Cyrillus, Augustinus en Vincentius aan bod komen. Vervolgens wordt de katholiciteitsbalans van de Vroege Kerk opgemaakt. Daarna gebeurt hetzelfde aan de hand van gereformeerde theologen, zoals Calvijn, Ussher, Owen, Bavinck en Berkouwer. Ook worden verschillende gereformeerde belijdenisgeschriften onderzocht op het katholiciteitsbegrip. De gedeeltes over katholiciteit in de Vroege Kerk en katholiciteit in de gereformeerde traditie vormen samen het historische deel. Na het historische deel komt het systematische deel. Daar worden verschillende thema’s behandeld die nauw verbonden zijn met de gestelde vragen aangaande katholiciteit. Dit zijn thema’s als het lichaam van Christus, de verhouding tussen geheel en enkeling, en zo nog een aantal onderwerpen.
“Christenen verwachten hun zaligheid niet van de kerk als lichaam van Christus, maar wel in het lichaam van Christus. De zaligheid behoort op een existentiële manier tot het lichaam van Christus en is niet los ervan verkrijgbaar” (90). Deze uitspraak lezen we op de plek waar de balans van het katholiciteitsbegrip van de Vroege Kerk wordt opgemaakt. Waar in de Vroege Kerk evenals nu verschillende kerkvisies waren, blijkt uit het spreken van de vroegchristelijke theologen die aan bod komen een gezamenlijke hoge waardering voor de kerk als lichaam van Christus. Door het boek heen blijkt dat ook de auteur er zo in staat. Zo zegt Van Vlastuin: “De verdeeldheid van Christus’ lichaam werpt een smet op de Naam van Christus, alsof Zijn lichaam niet één zou zijn. Er zijn geen twee goden of twee zaligmakers, daarom zijn er geen twee kerken” (93). De onbestaanbaarheid van een verscheurd lichaam van Christus komt telkens weer naar voren, zowel in het historische als in het systematische deel. Tegelijkertijd wordt ook duidelijk dat onze toevlucht hierin moet worden gezocht bij Christus. “Als we geloven dat de kerk Zijn lichaam is, is herstel van Zijn lichaam geen mensenwerk. Kortom, het beste wat de kerk voor de kerk kan doen, is zich concentreren op haar hemelse Bruidegom” (220). De schrijver weet goed over te brengen wat de kerkelijke verdeeldheid met zich mee brengt en erkent anderzijds dat er geen simpele remedie is. “Wij kunnen wel doden, maar niet levend maken. We zullen moeten erkennen dat we de kerk als lichaam van Christus kwijt zijn. Zolang we tevreden zijn met onze denominatie, erkennen we ons failliet niet” (257). Wat overigens niet betekent dat we daar weg moeten lopen. Maar “onderwijl zijn we trouw in ons denominatie-deel en dienen het katholieke geheel” (257).
Dit boek heb ik met erg veel interesse gelezen. Bij het lezen van dit boek valt het op hoe uitermate gestructureerd het is geschreven. Dat zorgt ervoor dat de lezer op een stapsgewijze manier een beeld krijgt van het begrip katholiciteit. In het boek staan veel voetnoten, waaruit de grondige studie van de auteur blijkt en die verdere verdieping voor de lezer mogelijk maken. Het is prachtig hoe de Vroege Kerk en de gereformeerde traditie gebruikt worden om antwoorden te geven op vragen over katholiciteit. De antwoorden die gegeven worden staan daarmee niet op zichzelf, maar hebben een historisch fundament. Wanneer de aan het begin van de recensie genoemde vragen je bezighouden, is dit boek zeker het aanschaffen waard. En als dat niet het geval is, is het een reden om het boek te kopen, zodat die vragen je bezig gaan houden.