Begin 2019 deed de Nashvilleverklaring veel stof opwaaien. De discussie daarover verliep zeer emotioneel. Acht maanden later werd de verklaring gevolgd door een waardige studiedag met vertegenwoordigers uit een brede kring van kerken. Tijdens deze studiedag hielden dr. Klaassen en dr. De Vries beiden een lezing. De inhoud van hun lezingen is uitgewerkt in ”Liefde die boven alles uitgaat”.
Het eerste hoofdstuk bevat een grondige historische analyse van de seksuele revolutie, die in de jaren zestig doorbrak maar haar wortels al veel eerder heeft. De auteurs laten zien dat het Westen wordt onderworpen aan een geweldig heropvoedingsprogramma dat zich keert tegen het klassieke Bijbelse denken over man en vrouw.
In hoofdstuk 2 wordt op gedegen wijze de Bijbelse visie op huwelijk en seksualiteit uiteengezet, waarbij vooral homoseksualiteit de aandacht krijgt. Steeds weer grijpen de auteurs terug naar de scheppingsorde: God schiep de mens als man en vrouw en stelde het huwelijk in als een verbond tussen die beiden. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de argumenten van andersdenkenden die in de Bijbel wél ruimte menen te zien voor (duurzame) homoseksuele relaties. Dit hoofdstuk is bijzonder helpend voor wie een visie wil vormen die gegrond is op Gods Woord. Tegenwerpingen zoals bijvoorbeeld ”God is toch liefde?” worden overtuigend weerlegd.
In het vierde hoofdstuk staat de vraag centraal waarom Gods geboden nog steeds gezag hebben over ons leven. De auteurs
introduceren in dit hoofdstuk het begrip ”veilige kerk”, een kerk die vasthoudt aan het Bijbels getuigenis. Over mensen met homoseksuele gevoelens wordt gezegd: „Als het goed is mogen zij zich een volwaardig lid van de gemeente weten.” Dat is een belangrijke uitspraak, die in de praktijk wel veel vragen oproept. Het zou goed zijn als dit nog verder wordt uitgewerkt voor de praktijk van pastoraat en gemeente-zijn. Hoofdstuk 5 is een origineel hoofdstuk waarin de auteurs ertoe oproepen om de menselijke identiteit niet te zoeken in de seksuele gerichtheid, maar in de vereniging met Christus. Tegen mensen met homoseksuele gevoelens zeggen ze: „Je „bent” geen homo, maar een mens, een schepsel van God, met homoseksuele
gevoelens en verlangens.”
Ik heb ”Liefde die boven alles uitgaat” met veel waardering gelezen. Het boek is vol van de overtuiging dat Gods Woord de waarheid is en daarom ook gezag heeft op het gebied van huwelijk en seksualiteit. Het is een heldere en goed leesbare vertolking van het Bijbelse spreken over huwelijk en seksualiteit. Een must voor ambtsdragers en gemeenteleden, maar ook heel bruikbaar voor jongeren en studenten. Na het lezen van dit waardevolle boek blijft de vraag nog wat open wat dit alles betekent voor de praktijk van het pastoraat en van de omgang met elkaar binnen de christelijke gemeente. Wat zeg je bijvoorbeeld tegen je 17-jarige catechisant als hij je toevertrouwt homoseksuele gevoelens te hebben? Wat zeg je tegen een mannelijk gemeentelid dat al jaren met een vrouw getrouwd is maar tegelijk al vanaf zijn tienerjaren worstelt met homoseksuele gevoelens? Het boek heeft vooral een apologetisch accent en wat minder een pastoraal accent. Beide auteurs zijn betrokken bij het ”Bijbels beraad man/vrouw”. ”Liefde die boven alles uitgaat” is te zien als de eerste publicatie vanuit de kring van dit beraad. Dat smaakt naar meer. Ik zie ernaar uit dat er meerdere publicaties volgen die even doordrenkt zijn van het Bijbelse spreken en die ook handreikingen bieden voor de praktijk van het gemeente-zijn.
De passage uit het boek die mij het meeste trof, is de afsluiting van het eerste hoofdstuk. Heel leerzaam is hoe daar Psalm 11 wordt uitgewerkt, waar te lezen is: „Zeker, de fundamenten worden omgestoten! Die woorden zijn bijzonder van toepassing op de wijze waarop satans pijlen gericht zijn op huwelijk en seksualiteit, maar zelfs ook op het man-zijn en vrouw-zijn. Een christen weet echter: des Heeren troon is in de hemel.” Hoofdstuk 1 sluit af met deze woorden: „Dat wat Hij belooft, is het meer dan waard om tegen de stroom in te gaan en desnoods eenzaam in de cultuur te staan: de oprechten zullen Zijn aangezicht aanschouwen (Psalm 11:7). Dat –en niet minder– staat er op het spel.”