Een bewijs van de verdraagzaamheid van de genoemde puriteinse auteurs. In dit boek staan drie preken over Jesaja 66:2 (… en die voor Mijn Woord beeft) en vier over 2 Koningen 22:19 (… omdat uw hart week geworden is). Je zou ook kunnen zeggen: alle zeven preken gaan over de heilige vrees en het diep ontzag voor Gods Woord.
Burroughs is er diep van overtuigd dat het geestelijke leven daarmee begint. Hij gaat ervan uit dat er veel onkundige mensen in de kerk zitten. Daarom preekt hij helder en eenvoudig, maar wel eerlijk.
Hij zegt bijvoorbeeld: ‘Als u niet wilt dat u op die (oordeels)dag van angst en wanhoop zult beven, beef dan nu voor Gods Woord en u hoeft niet te vrezen dat al die openbaringen van Gods heerlijkheid uw hart op die grote dag nog enige schrik zullen aanjagen.’
Elders vertelt hij dat de Heere heel verschillend werkt: soms is er geen zegen wanneer er met de grootste kracht en de sterkste argumenten gepreekt wordt, op een ander moment wil Hij een woord zegenen dat slechts in het voorbijgaan gesproken wordt. Zo probeert hij op allerlei manieren een middel te zijn om mensen via het Woord tot Christus te leiden.