Zij leidden kerkdiensten, waren werkzaam in het pastoraat, gaven catechisatie en verrichten zoveel andere mooie taken, die van belang waren voor kerk en geloof. Ze kregen niet het aanzien dat ze verdienden, maar zetten zich veelal met hart en ziel in voor de Heere en Zijn dienst. Wie waren deze mannen? Wat deden ze? Hoe vulden ze hun ‘ambt’ in? Dr. W. Verboom heeft zich daarin verdiept – zelf zoon van een van die godsdienstonderwijzers – en schreef er dit boek over, als een eerbetoon. Zo wil hij een mooi stukje kerkgeschiedenis vastleggen.
Dr. W. Verboom (1941) is emeritus predikant in de Protestantse Kerk in Nederland. Hij was docent en later bijzonder hoogleraar vanwege de Gereformeerde Bond aan de Universiteit Leiden. Hij ging in 2006 met emeritaat.
Dr. Verboom had al jaren het verlangen om iets te schrijven over godsdienstonderwijzers. Als kind groeide hij op in een hervormde evangelisatie. In die tijd was het leven in een gewone kerkelijke gemeente nagenoeg buiten beeld. Later, toen hij zelf predikant werd in een ‘gewone’ hervormde gemeente, en nog veel later, toen hij als docent betrokken was bij de opleiding van predikanten, gebeurde het omgekeerde. Toen raakte het leven in een evangelisatie meer en meer buiten beeld.
Toen zijn vader in 1970 stierf, begon de schrijver zich steeds meer af te vragen, wat het voor hem als godsdienstonderwijzer betekend heeft om te werken in een evangelisatie. Hoe zag hij zijn werk? Welke verlangens kende hij als het ging om predikant, pastoraat en catechese? Welke vreugden en zorgen kende hij? Daarover kunt u lezen in dit boekje. Wel plaatst dr. Verboom het werk van zijn vader in de bredere kring van vele godsdienstonderwijzers die de kerk hebben gediend. Hij ziet hun werk als een kleinood in Gods wereldwijde kerk.
Het is de wens van de auteur dat u, als lezer, een goed beeld krijgt van het leven en het werk van de godsdienstonderwijzers in de Nederlandse Hervormde Kerk. Zie het als een eerbetoon aan hen, die met hun gaven, binnen de mogelijkheden die zij kregen, door Gods genade van bijzondere betekenis zijn voor velen die aan hun herderlijke zorg waren toevertrouwd. Denkend aan Psalm 119 : 7:
‘k Heb and’ ren al de rechten van Uw mond
Met lust verteld, hen vlijtig onderwezen,
Uit al de schat van ’t grote wereldrond
Is nooit die vreugd in mijn gemoed gerezen,
Die ‘k steeds in Uw getuigenissen vond,
Door mij betracht, en and’ren aangeprezen.
In een zevental hoofdstukken gaat dr. Verboom de geschiedenis van de godsdienstonderwijzers na, zo begint hij ook zijn boek. Vervolgens geeft hij een inkijkje bij de Evangelisatieverenigingen, daarna de Evangelisaties, dan de voorgangers van een evangelisatie, daarna de Godsdienstonderwijzers in een kerkelijke gemeente. Een apart hoofdstuk wordt besteed aan de Nederlandse Hervormde Bond voor Inwendige Zending (IZB) en zijn werkers. In hoofdstuk 7 geeft hij een terugblik. In een bijlage worden de evangelisaties met de voorgangers vermeld. De geraadpleegde literatuur vinden we op de pagina’s 103 tot en met 105.
Telkens wordt in een kader een episode uit het leven van zijn vader weergegeven, maar ook van diverse andere godsdienstonderwijzers. Omdat deze bespreking verschijnt in het Eilanden Nieuws, wil ik u een klein citaat van een godsdienstonderwijzer in Middelharnis niet onthouden. Adriaan Terlouw was van 1954 tot 1971 verbonden aan de hervormde gemeente van Middelharnis. Hij was zeer gezien en werd alom geacht om zijn pastorale trouw en liefde voor de gemeente. Na de preek waarin hij aan de gemeente werd verbonden, hield hij nog een toespraak. Daarin zei hij onder andere :
‘Ontvang mij niet als een tweede predikant. Als u dat doet, dan vergist u zich en dat zou mij zeer spijten. Ik wil niet anders zijn dan een evangelist. Ik ben gekomen niet om gediend te worden, maar om te dienen. Wij zijn gekomen als boodschapper. Hier staat voor u een boodschappenjongen, die niet komt met eigen woord, maar met het Woord van God. Denk als ik in uw gezin kom: Daar komt een man met een boodschap, namelijk de boodschap dat bij, gemeente van Middelharnis, met uw kinderen moet wederom geboren worden. Wie in de zonde doorgaat op de brede weg, diens weg eindigt in de eeuwige verdoemenis. Maar wie door genade zijn voet op het smalle pad heeft leren zetten, diens weg zal eindigen in het eeuwige leven.’
Op pagina 87, staat een foto van Jan en Jannetje Vroegindeweij. Ook Jan Vroegindeweij was ‘oefenaar’ te Middelharnis. Op pagina 19 staat in een kader een voorval uit zijn leven. Vier zoons van hem werden allen predikant in de Hervormde Kerk: Leen, Wouter, Willem en Arend. Wie meer over deze ‘oefenaar’ wil lezen, verwijs ik naar het boek van M.C. Romein – Vroegindeweij (red.), ‘Rijk in God’. Uit het leven van Jan Vroegindeweij (1873 – 1953).
Een verhelderend boekje over de godsdienstonderwijzers, wat ik iedereen kan aanbevelen. Van de vader van dr. Verboom is op pag. 93 een preek opgenomen, die hij waarschijnlijk in de beginperiode heeft gehouden, over de blinde Bartimeüs.
Dr. Verboom eindigt zijn boek met de volgende woorden:
‘Ik dank onze goede God, dat Hij ons godsdienstonderwijzers heeft gegeven. Hun onderwijs in het dienen van God mag niet vergeten worden. ‘Denk aan uw voorgangers, die het Woord van God tot u gesproken hebben. Let op de uitkomst van hun levenswandel, en volg hun geloof na (Hebr. 13:7).