Daar zullen persoonlijke ervaringen met een alleenstaande tante aan hebben bijgedragen. Want het echtpaar Belder begeleidde deze tante in haar ziekteproces en maakte van dichtbij mee wat een opname in een verpleeghuis betekent. En die gebeurtenis was niet erg positief.
Het feit dat dementie zo vaak voorkomt, betekent ook dat we allemaal wel eens met de complexiteit van dit ziektebeeld zijn geconfronteerd. Denk aan het bezoek bij opa in het verpleeghuis, die telkens vraagt waar zijn moeder is. Denk aan die hoogbejaarde buurvrouw met dementie die haar gebit kwijt is. Denk aan die tante die haar man niet meer herkende. Wat moet je in zulke situaties zeggen? Die concrete vragen vormen de insteek van dit boek. Aan de hand van allerlei voorbeelden beschrijft ds. Belder het ziekteverloop. Dat maakt het lezen erg gemakkelijk, want de talloze voorbeelden zijn herkenbaar en uit het leven gegrepen. Verder worden de hoofdstukjes afgewisseld met grijze kadertjes, waarin achtergrondinformatie staat over hallucinaties, delier en andere thema’s. Veel hoofdstukken sluiten af met het titelkopje ”leermoment” waarin puntsgewijze enkele praktische tips staan.
Naast het bieden van informatie over het ziektebeeld en het noemen van vele voorbeelden, bespreekt ds. Belder ook de emotionele kant van dementie. Een gezonde partner kan overstelpt raken door allerlei waaromvragen. Er kunnen tranen vloeien als er harde woorden klinken vanwege wederzijds onbegrip. De schrijver kiest dan voor de pastorale toon en reikt vanuit de Schriften troostrijke gedachten aan. De indeling van het boekje volgt het proces van de ziekte. In het eerste deel beschrijft ds. Belder de voortekenen en beginfase, daarna de ziekte in een gevorderd stadium en tenslotte –het derde deel– het eindstadium. Het zijn allemaal korte hoofdstukken, waarbij praktische en pastorale hoofdstukken elkaar afwisselen. Zelfs binnen één hoofdstuk kan de toonzetting wisselen. Al met al een prettig leesbaar boek.
Nu wil ik in deze bespreking niets af doen van de waarde van dit boek, maar de auteur is een predikant. En dat is –positief
bedoeld– merkbaar in de bespreking van het ziektebeeld. Praktische en pastorale adviezen wisselen elkaar af. Als dokter
stel ik niet alleen de vraag hoe we moeten omgaan met dementie; daar gaan andere vragen aan vooraf. Wat is dementie? Wat zijn de oorzaken? Is dementie goed af te bakenen ten opzichte van ouderdomsvergeetachtigheid? Ds. Belder stelt sommige vragen wel, maar loopt er niet systematisch doorheen. Zo wordt in het medische circuit onderscheid gemaakt tussen de ziekte van Alzheimer en vasculaire dementie. Dat is relevant voor de manier hoe we met dementie omgaan, juist in de beginfase. Dat komt in het boekje niet concreet aan de orde. Dat zelfde geldt voor het thema behandeling.
Ds. Belder kan deze opmerkingen weerleggen door te wijzen op de bedoeling van zijn boekje, namelijk ”omgaan met dementie”. Oorzaken en behandeling liggen bezijden deze doelstelling. Of zoals de ondertitel het verwoordt: het gaat om ”in gesprek blijven met.” Dat wil ds. Belder met dit boekje bereiken en daarin is hij goed geslaagd.