Eerst wordt betrekkelijk kort ingegaan op de vraag van de stokbewaarder aan Paulus en Silas: ’Lieve heren, wat moet ik doen opdat ik zalig worde? En zij zeiden: geloof in de Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden, gij en uw huis’ (Hand. 16: 30,31).
Volgens Sedgwick is het geloof in Christus ’een bijzondere genade van God waarbij het hart en de wil van een gevoelig gemaakte zondaar Jezus Christus in Zijn Persoon en Ambten aanneemt en omhelst en dat hij geheel en alleen op Hem rust voor vergeving van zijn zonden en een eeuwig leven’ (p. 70). Gods eeuwig besluit is hiervan de grondoorzaak. ’Dit geloof wordt onmiddellijk en bijzonder gewerkt door Gods Geest’ (p. 70). ’Alleen dit wil ik zeggen dat het hart pas gelooft en op Christus ziet wanneer het als gevolg van de zonde zichzelf gevoelt zondig en verloren te zijn. Dat er vanuit haarzelf geen mogelijkheid van bestaan is. Dan pas is er plaats voor geloof en om op een Zaligmaker te zien wanneer ik mijzelf als zondaar zie’ (p. 73). Er zijn zwak en sterk gelovigen, maar ’het zwakke geloof is een vrucht van die grote liefde van God Die ons in Christus heeft uitverkoren, evenals het sterke’ (p. 188).
Nochtans dient ieder te staan naar verzekering van het geloof, maar ’het is waar dat iedereen die Christus heeft nog niet verzekerd behoeft te zijn en kan zeggen dat Christus de zijne is’ (p. 392). Overigens ontbreekt ook het separerend element niet. ’Er is een gewichtig verschil tussen inbeelding en geloof. Inbeelding is alleen maar de geboorte van ijdele fantasie, zoals een droom over grote zaken, maar die geen echte grondslag hebben. Zij vloeit alleen maar voort uit menigvuldige overdenkingen die vol van misleiding zijn. Maar het geloof verbindt de ziel aan een levendig beginsel. Aan een ware fontein van genade, aan een wortel van heiligheid’ (p. 312).
Een zeer groot aantal zielenvragen van uiteenlopende aard wordt in dit boek behandeld. Hierbij wordt steeds gewezen op het geloof in de Heere Jezus Christus als de enige weg tot de zaligheid. Alles wordt onderbouwd met relevante Bijbelteksten. Sedgwick moet een verbazingwekkend grote, parate Bijbelkennis hebben gehad; de hedendaagse handige hulpmiddelen ontbraken toen immers. Uit alles blijkt dat hij de inhoud van dit boek heeft doorleefd. Hij wist blijkbaar van de diepten en hoogten van een gelovige. Na ruim 350 jaar is alles nog verrassend actueel. Dat kan ook niet anders, want Gods werk in zondaarsharten blijft hetzelfde.
We spreken de wens uit dat het lezen van dit qua taal makkelijk leesbare, indringende boek door de Heere tot een zegen gesteld mag worden. In dit boek is ook een beknopte levensbeschrijving van Sedgwick en zijn plaats in het toen roerige Engeland opgenomen. Tevens bevat het voorwoorden van zijn ambtgenoten Edmund Calamy en Thomas Manton.