In negen hoofdstukken behandelt de schrijver de volgende thema’s. Ze beginnen allemaal met ‘De God van…’: liefde, hoop, geduld, vertroosting, Bethel, genade, heiligheid, vrede en licht. Het tiende hoofdstuk is als het ware een toepassing ‘Deze God is onze God’.
Zoals we gewend zijn van deze schrijver behandelt hij deze thema’s nauwgezet, Schriftuurlijk en bevindelijk tot ieders onderwijzing. Wat ons opviel en we toch enigszins als een gemis ervaren in dit boekje is dat er geen hoofdstuk in staat met als thema ‘De God van gerechtigheid’. En al is het zeker waar dat dit door de hoofdstukken heen wel aan de orde komt, een apart hoofdstuk had zeker een verrijking geweest. We willen besluiten met een kort citaat uit het hoofdstuk ‘De God van heiligheid’: ‘Niet één van de volmaaktheden van onze God die we nu hebben overdacht, laat Hem zo duidelijk aan ons zien zoals Hij is als de volmaaktheid van heiligheid. Zonder deze eigenschap kunnen we ons geen juist beeld van God vormen. (…) Dit leert ons de oorzaak van het natuurlijk verzet van de mens tegen God. De zondaar haat God omdat Hij heilig is! Het bedenken van het vlees, van de natuurlijke mens, is vijandschap tegen God. Zonde kan onmogelijk liefde opvatten voor heiligheid. Daarom kan het niet anders of er is voor eeuwig een brede, onoverbrugbare kloof tussen God en de zondaar – tenzij Gods soevereine genade tussenbeide komt. De heiligheid van God verfoeit de zondaar vanwege zijn zonde; de zondigheid van de mens haat God vanwege Zijn heiligheid’.