Wat kunt u in dit boek verwachten? Koelman gaat in op de oprechte liefde tot de Heere Jezus. Hij heeft daar enerzijds mensen op het oog die deze liefde nog missen, maar ook zij die deze liefde nog missen en anderzijds zij, die slechts in zwakke mate deze liefde bezitten.
De auteur van deze uitgave stelt de vraag hoe het komt dat er vaak zoveel twijfel in het hart opkomt of wij tot de Zijnen behoren en of Hij ons liefheeft.
Koelman geeft op pag. 18 een duidelijk antwoord: ‘Om de overtuiging hiervan en de verootmoediging hierover te vergroten, en voor al ook om degenen die zichzelf bedriegen aan zichzelf te ontdekken, zal ik u, als in een spiegel, de tekenen van deze liefde tot Jezus tonen’.
Daarom zeg ik (Koelman) vooraf dat wel alle volgende dingen kenmerken zijn van de liefde tot Jezus, maar dat er evenwel ware liefde tot Jezus kan zijn, daar, waar al die tekenen voor een tijd niet tegelijk gevonden worden, en waar men vanwege verzoekingen van de satan, of vanwege de kleine mate van die liefde deze tekenen niet zien kan, noch in zichzelf durft erkennen.
Wat is de bedoeling van Koelman met dit lezenswaardig boekje?
Mijn bedoeling is aan de ene kant de verwaande en zichzelf bedriegende belijders van het geloof en van de liefde tot Jezus en de werkelijke huichelaars te ontdekken; en aan de andere kant de oprechten te tonen dat zij waarlijk Jezus liefhebben, hoewel niet in zo grote mate als wel betamelijk is.
In drie hoofddelen treffen we de volgende zaken aan: I. Kenmerken van degenen die Christus liefhebben; II. Beweegredenen om Christus lief te hebben; III. Middelen om Christus lief te krijgen. Elk van deze onderdelen zijn weer onderverdeeld in subhoofdstukjes.
De inleiding is van Ds. C.J. Meeuse, zelf een bijzonder kenner van Koelman en zijn geschriften. Hij vond het niet nodig om een voorwoord te schrijven, want in een eerder uitgegeven druk is een duidelijke uiteenzetting gegeven, die echter niet door Koelman zelf is geschreven, maar ondertekend met N.N. In 1737 is dit voorwoord vanwege zijn waarde opnieuw opgenomen.
Wel heeft ds. Meeuse een verantwoording gegeven van deze uitgave met alle drukken, die voor deze uitgaven geweest zijn vanaf 1690 tot 2005, met vermelding van plaatsnaam en eventueel jaartal. Opnieuw blijkt hieruit de betrokkenheid, die hij heeft met Jacobus Koelman en zijn uitgegeven werken.
Het slot van de inleiding van ds. Meeuse wil ik u niet onthouden:
Ik wil besluiten met de wens dat de Bruidegom Christus dit werkje, waarin een lid van Zijn bruidsgemeente schrijft over de door Hem verwekte liefde, wil zegenen om de ware liefde te wekken waar ze gemist wordt en ze te verlevendigen waar Hij een beginsel ervan gaf, opdat Zijn bruid een aangename geur van Bruidegom verspreiden mag in een tijd waarin over de stank hangt van eigenliefde.
In achttien kenmerken geeft Koelman aan waar de oprechte liefde tot Christus aan te herkennen is om in het laatste hoofdstuk de middelen te bespreken, die ertoe kunnen dienen om Christus lief te krijgen. Opnieuw in een tweedeling: zij die de liefde kennen en zij die nog niets van die liefde ervaren. De schrijver zet alles op alles om onbekeerde mensen de noodzaak van de liefde tot Christus voor te houden. Ik eindig met een kort citaat: ‘Neem Hem aan, verkies Hem voor u, neem uw toevlucht tot Hem, werp uw zondige, verloren, machteloze ziel op Hem. Dit is in Hem te geloven. Zo tracht Koelman zijn lezers ertoe te brengen om tot Christus de toevlucht te nemen. In Hem te geloven en Hem langs deze weg lief te gaan krijgen.
Van harte aanbevolen, ook voor jongeren.