In de Camera Obscura van Hildebrand figureert een zekere Robertus Nurks. Aan hem danken we de gevleugelde term Een onaangenaam mens in de Haarlemmerhout.
Hij zond aan Hildebrand, zijn oom, frequent stenen met een brief eraan, die hij liet volgen door een bezoek aan zijn oom. Deze omschrijft hem als „prompt in zijn zaken, stipt in zijn zeden, godsdienstig.” Maar er was „iets lastigs, iets impertinents, iets volmaakt onaangenaams in hem.” Lieden met deze etiketten noemen wij sindsdien ”nurks”.
Ik ben blij dat de auteur de lezer aan het einde van het boek nog even bij de mouw grijpt. Wat een verzameling pessimisme! zullen sommigen denken. Wees niet mismoedig. In het uitleidende woord staat: Gelukkig zijn er nog andere bezoeken in de gemeente. Vele zelfs! Ook „ontmoetingen waar je als ambtsdrager werkelijk van opknapte.” Goede moed. Die valt tenslotte echt en waarachtig te ontlenen enkel en alleen daaraan dat het Woord vlees is geworden en onder ons kwam wonen.
Deze website maakt gebruik van cookies die noodzakelijk zijn voor de juiste werking van de site. Voor het meten van bezoekgegevens wordt gebruik gemaakt van geanonimiseerde analytische cookies. Meer info